H4 paragraaf 1.5

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je weet weer wat de eurozone is.
Je kunt rekenen met de wisselkoersen.
Je kunt uitleggen wat het effect is van een hoge wisselkoers.
Je weet wat het effect is van een veranderde wisselkoers

Slide 2 - Tekstslide

Wisselkoers: de prijs van de ene valuta (munt) uitgedrukt in een andere valuta. Wisselkoers euro/dollar = prijs van een euro in dollars => 1 € = 1,25 $
Wanneer had je voor het laatst te maken met "vreemd geld"?

Slide 3 - Woordweb

Vraag- en aanbodlijn

De wisselkoers wordt bepaald door vraag en aanbod.

De vraaglijn verloopt dalend,

de aanbodlijn stijgend.

Dus, als de wisselkoers stijgt,

zal de vraag dalen en het

aanbod stijgen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat bepaalt de wisselkoers van de euro?

De wisselkoers is de ‘prijs’ van een valuta.

De ‘prijs’ (koers) wordt, net als bij een ‘gewoon’ product bepaald door vraag en aanbod. (flexibele wisselkoers)

Slide 5 - Tekstslide

Wat heeft invloed op de Wisselkoers?

Slide 6 - Open vraag

Flexibele wisselkoers
- Wordt bepaald door vraag en aanbod

- Vraag> aanbod?
- aanbod> vraag?

Slide 7 - Tekstslide

flexibele wisselkoers
2. is er sprake van appreciatie of depreciatie? 
appreciatie = een stijging van de wisselkoers door meer vraag dan vraag op de valutamarkt
depreciatie = een daling van de wisselkoers door minder vraag dan aanbod op valutamarkt 


Slide 8 - Tekstslide

Appreciatie

Een stijging van de wisselkoers als gevolg van vraag en aanbod. 

Door bijvoorbeeld aantrekken conjunctuur maar ook hogere rente. 
Depreciatie 

Een daling van de wisselkoers als gevolg van vraag en aanbod. 

Door bijvoorbeeld recessie of lagere rente

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen Wisselkoersen
1) De concurrentiepositie verandert.
2) Daardoor daalt export en stijgt import. De lopende rekening verandert. Inflatie?
3)  Instabiele koersen zijn financiele risicos. Mensen investeren minder snel.

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaak --> Gevolg
Wisselkoers heeft invloed op concurrentiepositie

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een wisselkoers?
A
geeft geen verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
B
geeft de verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
C
geeft de verhouding tussen de euro en euro aan
D
geeft de verhouding tussen de vreemde valuta en vreemde valuta aan

Slide 12 - Quizvraag

Als de wisselkoers van de € stijgt,
dan ...
A
wordt de € duurder
B
dan wordt de € goedkoper

Slide 13 - Quizvraag

Als de wisselkoers daalt ...
A
daalt de export van dat land.
B
stijgt de export van dat land.

Slide 14 - Quizvraag

De wisselkoers van 1 euro is
wisselkoers kopen: $1,30
Wisselkoers verkopen: 1,28
Hoeveel krijg je voor 300 euro?
A
$384
B
$231
C
$234
D
$390

Slide 15 - Quizvraag

De wisselkoers van 1 euro is
wisselkoers kopen: $1,30
Wisselkoers verkopen: 1,28
Hoeveel krijg je voor 300 euro?
A
$384
B
$231
C
$234
D
$390

Slide 16 - Quizvraag