3.1 Organismen ordenen

WELKOM 
  • Telefoon in de telefoonzak

  • Jassen uit

  • Boeken op tafel
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM 
  • Telefoon in de telefoonzak

  • Jassen uit

  • Boeken op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Uitleg basisstof 1: Organismen ordenen
  • 0pdrachten maken en klassikaal nakijken
  • Afsluiting 
  • Opruimen

Slide 2 - Tekstslide

Thema 3 ordening blz. 132



KGT blz. 148

Slide 3 - Tekstslide

leerdoelen 
Aan het einde van de les:

- kan je de kenmerken noemen van dieren, planten, bacteriën en schimmels

- kan je uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren

Slide 4 - Tekstslide

Inleiding
Biologen delen organismen in groepen in.

Dat doen ze om overzicht te krijgen.

Ze kijken naar de kenmerken van organismen.




Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen
De dieren op de vorige afbeelding kan je in 
Je kan kijken naar de kleur. Alle groene dieren komen dan bij elkaar in 1 groep.
Je kunt ook kijken hoeveel poten het dier heeft, of wat voor huid.

Slide 7 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen
Als je organismen ordent, verdeel je ze in groepen.

In elke groep komen organismen met hetzelfde kenmerk.

Slide 8 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen
Biologen ordenen organismen in groepen. (Deze groepen noemen ze rijken.)

Je moet 4 groepen (rijken) kennen:
- Dieren
- schimmels
- planten
- dieren

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag

Lees blz. 132-133

Maak opdracht 2 


KGT

Lees blz. 148 


timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen
Bij het indelen letten biologen op de kenmerken van cellen. 
Die kenmerken zijn voor elke groep verschillend.

De kenmerken van de cellen waarnaar gekeken worden, zijn:
- celkern
- celwand
- bladgroenkorrels

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen
- Dieren hebben geen celwand.

- Planten hebben bladgroenkorrels.

- Schimmels hebben geen bladgroenkorrels, maar wel een celwand en een celkern.

- Bacteriën hebben geen celkern.

Slide 14 - Tekstslide

geen bladgroenkorrels
geen celwand
geen celkern
bladgroenkorrels

Slide 15 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen

bacteriën:
- geen celkern
- wel een celwand

Slide 16 - Tekstslide

3.1 organismen ordenen
schimmels:
- wel een celkern
- wel een celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 17 - Tekstslide

3.1 organismen ordenen

planten:
- wel een celkern
- wel een celwand
- wel bladgroenkorrels

Slide 18 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen

dieren:
- wel een celkern
- geen celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag

Lees blz. 132 t/m 135

Maak opdracht 2 t/m 4

KGT

Lees blz. 149 t/m 151

Maak opdracht 2 t/m 4
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Soort
De groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen. Bijvoorbeeld insecten, vissen, vogels, enzovoort.

De kleinste groep heet een soort.
Een voorbeeld van een soort zijn honden.

Slide 21 - Tekstslide

Dezelfde soort
Organismen horen tot dezelfde soort:

- als ze zich samen kunnen voortplanten

- en de nakomelingen vruchtbaar zijn


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Aan de slag!

Lees blz. 135

Maak opdracht 5 en 6 

Extra opdracht 7 samenhang blz. 137


KGT

Maak opdracht 5 t/m 7

Extra opdracht 8 blz. 158

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:

- kan je de kenmerken noemen van dieren, planten, bacteriën en schimmels

- kan je uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren

Slide 28 - Tekstslide

Welke organismen hebben geen celkern?
A
Planten
B
Dieren
C
Bacteriën
D
Schimmels

Slide 29 - Quizvraag

Welke kenmerken heeft een dierlijke cel?
A
Celkern
B
Celwand
C
Meercellig of eencellig
D
Celmembraan

Slide 30 - Quizvraag

Heeft een cel van een schimmel bladgroenkorrels?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Heeft een cel van een bacterie een celkern?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Welke kenmerken heeft een plantaardige cel?
A
Celkern
B
Meercellig
C
Celwand
D
Bladgroenkorrel

Slide 33 - Quizvraag

Welke twee kernmerken van cellen hebben alle organismen?
A
Celwand en celplasma
B
Celmembraan en celplasma
C
Celkern en celwand
D
Celwand en bladgroenkorrels

Slide 34 - Quizvraag

Ordening verdeel je in
A
4 rijken
B
4 soorten
C
4 afdelingen
D
4 rassen

Slide 35 - Quizvraag

Wat is geen rijk (groep) bij het ordenen?
A
Bacterien
B
Dieren
C
Mensen
D
Schimmels

Slide 36 - Quizvraag

Ordenen betekent
A
Het indelen van diersoorten in groepen
B
Het indelen van organismen in groepen

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Video

Aan de slag!
Thema 3, basisstof 1
- Opdrachten 1 t/m 6
- Nakijken

Strijders
Opdracht 7 + Samenhang

Klaar?
Door naar volgende Lesson-up (basisstof 2)


Slide 39 - Tekstslide