Hallo!
Hoe heet jij?
Ik heet ... .
Waar woon jij?
Ik woon in ... .
Hoe oud ben jij?
Ik ben ... jaar
In welke klas zit jij?
Ik zit in de eerste klas.
Heb jij een broer / een zus?
Ja, ik heb een broer / zus.
Nee, ik heb geen broer / zus.
Hoe heet hij / zij?
Hij / zij heet ... .
Tot ziens!