GMK P4 - Urinewegen - incontinentie en mannenproblemen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneesmiddelkennisMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

welke aandoeningen van de urinewegen ken je?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor
stress-incontinentie?
A
Aandrang-incontinentie
B
Inspannings-incontinentie
C
urineweginfectie
D
Urge-incontinentie

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer heb je last van urge-incontinentie?
A
Bij niezen
B
Bij hoesten
C
Bij lachen
D
Plotseling opkomende aandrang

Slide 7 - Quizvraag

Met welk type incontinentie verliest iemand een paar druppels urine?
A
Stress-incontinentie
B
Urge-incontinentie

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welke twee middelen zijn spasmolytica?
A
oxybutinine, solifenacine
B
cefuroxim, cotrimoxazol
C
miconazol, ketoconazol
D
cetirizine, fluticason

Slide 11 - Quizvraag

Welke bijwerkingen komen vaak voor bij spasmolytica?
A
droge mond, wazig zien, obstipatie
B
hallucinaties, wanen, verwardheid
C
gewichtstoename, kans op hart- en vaatziekten
D
allergische reacties

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welk middel wordt gebruikt bij bedplassen?
A
amoxicilline
B
desmopressine
C
oxybutinine
D
tolterodine

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide