Inhoud les 2

Praktisch rekenen
Hartelijk welkom!

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
praktisch rekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Praktisch rekenen
Hartelijk welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Verwachtingen
Normatief kader:
  • Jas op de gang of in de kluis.
  • Telefoon in de bak of in de kluis.
  • Je hebt je spullen op orde.

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
  • Ik kan laten zien hoeveel een centiliter is.
  • Ik kan een inhoud in centiliter schrijven.
  • Ik kan van een klein flesje of kopje schatten hoeveel centiliter er in zit. 

Slide 3 - Tekstslide

Praktisch rekenen
  • Schat de juiste aantal centiliters bij het juiste plaatje.
  • Werk samen.
  • Check daarna of het klopt. 

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten bij les 2
Je krijgt zo een aantal opdrachten die te maken hebben met inhoud en het omrekenen van maten. 
Je krijgt er ook steeds eerst een beetje uitleg bij om je te helpen. 
Heel veel succes!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

1,6 L
Hoeveel L en hoeveel dl is dat?
(kijk nog even naar de vorige pagina als je twijfelt)
A
1 L en 6 dl
B
1 L en 60 dl
C
10 L en 60 dl

Slide 7 - Quizvraag

1,8 L
Hoeveel L en hoeveel dl is dat?

A
8 L en 1 dl
B
1 L en 8 dl
C
18 L en 8 dl

Slide 8 - Quizvraag

1,9 L
Hoeveel L en hoeveel dl is dat?

A
9 dl en 1 L
B
9 L en 1 dl
C
1 dl en 9 L

Slide 9 - Quizvraag

Pannenkoeken
3 eieren
3 dl melk
zout
150 g bloem
1 el bakpoeder
2 el boter

Slide 10 - Tekstslide


Je hebt 3dl melk nodig om pannenkoeken te maken. Hoeveel L is dat?
A
3 L
B
3,0 L
C
0,3 L

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je 4 dl in plaats van 3 dl melk gebruikt?

Slide 12 - Open vraag

Wat gebeurt er als je 2 dl in plaats van 3 dl melk gebruikt?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

1 dl = 10 cl
2 dl = 20 cl
3 dl = 30 cl
1 ,5 dl = 15 cl
2,5 dl = 25 cl
3,5 dl = 35 cl
Kijk goed naar de getallenlijn en de voorbeelden : 

Slide 15 - Tekstslide


5 dl = ....... cl
A
5
B
50
C
500

Slide 16 - Quizvraag


8 dl = ....... cl
A
80
B
0,8
C
8

Slide 17 - Quizvraag


7,5 dl = ....... cl
A
75
B
750
C
0,75

Slide 18 - Quizvraag


3,5 dl = ....... cl
A
0,35
B
35
C
350

Slide 19 - Quizvraag


4,8 dl = ....... cl
A
4,8
B
0,48
C
48

Slide 20 - Quizvraag


11 dl = ....... cl
A
111
B
110
C
0,11

Slide 21 - Quizvraag

 Kijk goed naar de getallenlijn en de voorbeelden : 
1 L = 100 cl
2 L = 200 cl
3 L = 300 cl
1,5 L = 150 cl
2,5 L = 250 cl
3,5 L = 350 cl

Slide 22 - Tekstslide


7 L = ............. cl
A
7
B
70
C
700

Slide 23 - Quizvraag


3 L = ............. cl
A
0,3
B
300
C
3000

Slide 24 - Quizvraag


9 L = ............. cl
A
90
B
9000
C
900

Slide 25 - Quizvraag


2,5 L = ............. cl
A
25
B
0,25
C
250

Slide 26 - Quizvraag


8,5 L = ............. cl
A
850
B
85
C
8,5

Slide 27 - Quizvraag


6,35 L = ............. cl
A
635
B
63,5
C
6,35

Slide 28 - Quizvraag

 Kijk goed naar de getallenlijn en de voorbeelden : 
100 cl =10 dl
200 cl = 20 dl
300 cl = 30 dl
150 cl = 15 dl
250 cl = 25 dl
350 cl = 35 dl

Slide 29 - Tekstslide


500 cl = .......dl
A
50
B
5
C
0,5

Slide 30 - Quizvraag


400 cl = .......dl
A
4000
B
40
C
4

Slide 31 - Quizvraag


80 dl = ............cl
A
8
B
800
C
8000

Slide 32 - Quizvraag


630 cl = .......dl
A
63
B
6,30
C
630

Slide 33 - Quizvraag


798 cl = .......dl
A
7,98
B
0,798
C
79,8

Slide 34 - Quizvraag