Het Franse werkwoord pouvoir betekent kunnen of mogen in het Nederlands. Het wordt gebruikt om aan te geven dat iemand in staat is om iets te doen of de toestemming heeft om iets te doen. Het werkwoord kan dus verschillende betekenissen hebben, afhankelijk van de context.
Bijvoorbeeld:
Je peux nager – Ik kan zwemmen. (Ik ben in staat om te zwemmen)
Vous pouvez entrer – U mag binnenkomen. (Je hebt toestemming om binnen te komen)