4.1 Ontstaan van steden

Het ontstaan van steden
Cursus 4.1
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het ontstaan van steden
Cursus 4.1

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Onderdeel
Wat?
Introductie H.4
Steden
Leerdoelen
- Ontstaan van steden
- Vraag en aanbod
Uitleg
Werktijd
Opdrachten maken
Afsluiting
Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Kaart

Noem 4 Nederlandse steden.

Slide 4 - Woordweb

Leerdoelen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waar ontstonden steden?

Slide 7 - Open vraag

Lezen
Klassikaal lezen 'Stad en platteland'
Bladzijde 132

Waardoor ontstonden er steden?

Wat heeft de markt én vraag en aanbod met het ontstaan van steden te maken?

Slide 8 - Tekstslide

Markt
Vraag
Aanbod
Een plaats waar mensen handelen
Alle spullen wat iemand wil verkopen
Alle spullen wat mensen willen kopen

Slide 9 - Sleepvraag

Zet de gebeurtenissen op de goede volgorde
1
2
3
4
Boeren produceren meer voedsel
De bevolking verdubbelde
Een betere ploeg werd uitgevonden
Mensen hadden de keuze om meer kinderen te nemen

Slide 10 - Sleepvraag

Aan de slag!
Lees de leerstof op blz. 132 (stad en platteland). 
Maak de opdrachten 1 t/m 5.
Voor vraag 4 en 5 lees je eerst de Leerstof De eerste stadsbewoners

In groepjes; zachtjes overleggen. 
Vraag? Overleg samen of vraag om hulp. 

Extra: maak de puzzelopdracht over plaatsnamen in carnavalstijd.
Gebruik hiervoor de atlas.
timer
12:00

Slide 11 - Tekstslide

Het ontstaan van steden
Cursus 4.1

Slide 12 - Tekstslide

Vandaag
Onderdeel
Wat?
Herhaling
Ontstaan van steden
Leerdoelen
- Stadsrechten
- Floris V in Holland
Uitleg
Werktijd
Opdrachten maken
Afsluiting
Wat heb je geleerd?

Slide 13 - Tekstslide

Markt
Vraag
Aanbod
Een plaats waar mensen handelen
Alle spullen wat iemand wil verkopen
Alle spullen wat mensen willen kopen
Herhaling vorige les

Slide 14 - Sleepvraag

Herhaling vorige les
1
2
3
4
Boeren produceren meer voedsel
De bevolking verdubbelde
Een betere ploeg werd uitgevonden
Mensen hadden de keuze om meer kinderen te nemen

Slide 15 - Sleepvraag

Bij de markten ontstonden nieuwe beroepen. Meer mensen werden ambachtslieden. Welke beroepen zijn ambachten?
A
Boer, slager, schoenmaker
B
Handelaar, boer, sieradenmaker
C
Schoenmaker, meubelmaker, smid
D
Docent, meubelmaker, glasblazer

Slide 16 - Quizvraag

Stadsmuren werden gebouwd voor de veiligheid. 
Sommige steden kregen stadsrechten. Hierdoor mocht de stad een stadsmuur bouwen of een eigen bestuur hebben. 
Het bestuur van de stad bestond schouten en schepenen

Slide 17 - Tekstslide

Het ontstaan van steden
Cursus 4.1

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 19 - Tekstslide

Bij de markten ontstonden nieuwe beroepen. Meer mensen werden ambachtslieden. Welke beroepen zijn ambachten?
A
Boer, slager, schoenmaker
B
Handelaar, boer, sieradenmaker
C
Schoenmaker, meubelmaker, smid
D
Docent, meubelmaker, glasblazer

Slide 20 - Quizvraag

Wat was het voordeel van stadsrechten?
A
Stad mocht een eigen bestuur hebben
B
Alle burgers hadden veel vrijheid

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag!
Lees de leerstof op blz. 135. 
Maak de opdrachten 6 en 7. 

In tweetallen/tafelgroepjes; zachtjes overleggen. 
Vraag? Overleg samen of steek je vinger op. 

Klaar? Verder met opdrachten 8 en 9.
Daarna stukje uitleg over 'Het gewest Holland'.
timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Het ontstaan van steden
Cursus 4.1

Slide 23 - Tekstslide

Wie waren het bestuur van de stad?
A
Burgers
B
Edelman
C
Burgerij
D
Schout en schepenen

Slide 24 - Quizvraag

Welke ontwikkeling in de tijd van steden en staten zie je op de bron?
A
het aantal mensen
B
de bevolkingsgroei
C
de groei van steden
D
de toename van voedsel

Slide 25 - Quizvraag

Geef een verklaring (reden) voor deze ontwikkeling.
A
meer mensen werden boer
B
er kwamen meer ambachtslieden
C
er was meer voedsel
D
de ploeg was verbeterd

Slide 26 - Quizvraag

Gewest Holland
Rond 1400 bestonden Nederland, België en Luxemburg uit provincies.
 
Deze provincies heten gewesten. Holland was het belangrijkste gewest.

Graaf Floris V was de baas van dit gebied. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Aan de slag!
Lees de leerstof op blz. 136. 
Maak de opdrachten 8 en 9.

In tweetallen/tafelgroepjes; zachtjes overleggen. 
Vraag? Overleg samen of steek je vinger op. 

Na 8 minuten bespreken we de opdracht.
timer
8:00

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga naar Classroom en open de opdracht Floris V op Instagram.
Samen lezen we de opdracht en bekijken we het voorbeeld.
Je maakt de opdracht in tweetallen.
Je krijgt 15 minuten.
timer
15:00

Slide 30 - Tekstslide

Waarmee kan je een gewest het beste vergelijken?
A
een stad met stadsmuur
B
een dorp
C
een provincie
D
een markt bij een kasteel

Slide 31 - Quizvraag

Onze heer beschermt ons in zijn kasteel als het onveilig is.
Ik geef jullie stad het recht om een stadsmuur te bouwen.
Volgende week komt onze heer zijn jaarlijkse belasting ophalen.

Slide 32 - Sleepvraag

Markt
Vraag
Aanbod
Een plaats waar mensen handelen
Alle spullen wat iemand wil verkopen
Alle spullen wat mensen willen kopen

Slide 33 - Sleepvraag

Wie gaf een stad stadsrechten?
A
burger
B
graaf
C
edelman
D
schout

Slide 34 - Quizvraag

Noem 2 stadsrechten die een stad kon krijgen.

Slide 35 - Open vraag

Wie waren verantwoordelijk voor de veiligheid in de stad?
A
ambachtslieden
B
burgerij
C
schout en schepenen
D
edelman

Slide 36 - Quizvraag