les 2: Oplossingen berekenen
1 / 11
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Mw. Jensen krijgt morfine 5mg. Je beschikt over 10mg in 2 ml. Hoeveel ml. geef je?
A
1
B
2
C
0,5
D
0,05
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Mw Jensen krijgt 500 mcg fentanyl voor pijnbestrijding. Je beschikt over 2mg in 2 ml. Hoeveel ml geef je?
Slide 7 - Open vraag
1 mg = 1000 mcg
antwoord bij deze
je beschikt over 2000 mcg in 2 ml
1000 mcg/ml
antwoord 0,5 ml = 500mcg
Mw. de Jong krijgt 15IE insuline gespoten 3 keer per dag. Je beschikt over 100IE opgelost in 20ml.
Hoeveel ml geef je?
Hoeveel ml geef je?
Slide 8 - Woordweb
100IE in 20 ml
10 IE in 2 ml
15 = 3 ml
Ben de Jong krijgt 120,000 IE amoxycilline voor zijn longontsteking.
Je beschikt over 240,000 IE amoxycilline in poedervorm. Deze los je op met 5 ml steriel water.
Hoeveel ml geef je?
Je beschikt over 240,000 IE amoxycilline in poedervorm. Deze los je op met 5 ml steriel water.
Hoeveel ml geef je?
Slide 9 - Open vraag
240.00 in 5 mlg water
nodig 120.000-->? 2,5 ml vloeistof
Welke cijfer geef je deze les?
Slide 10 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
