KSC.1.14

KSC.1.14
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

KSC.1.14

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Beschrijft volgens het Wetboek van Strafvordering het begrip
verdachte en het opsporingsonderzoek.
Beschrijft en onderscheidt volgens het Wetboek van Strafvordering de verschillende opsporingsambtenaren.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de definitie van een verdachte volgens het Wetboek van Strafvordering?
A
Iemand die is veroordeeld door een rechtbank
B
Iemand die getuige is van een misdrijf
C
degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.
D
De dader van een misdrijf die aangehouden is door de politie.

Slide 3 - Quizvraag

Een verdachte heeft recht op bijstand van een advocaat vanaf het moment van zijn aanhouding.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wie heeft er een voorbeeld van het aanhouden van een dader?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een verdachte?
Artikel 27 Wetboek van Strafvordering
1 Als verdachte wordt voordat de vervolging is aangevangen, aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit.

2 Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.

Slide 6 - Tekstslide

Opsporingsonderzoek
Het doel is om aan te tonen dat een verdachte vervolgd kan worden of om bij een misdrijf te achterhalen wie de verdachte is. Er wordt informatie verzameld of er een rechtszaak komt en zo ja, tegen wie (verdachte). 

Slide 7 - Tekstslide

Opsporingsonderzoek
Het doel is om aan te tonen dat een verdachte vervolgd kan worden of om bij een misdrijf te achterhalen wie de verdachte is. Er wordt informatie verzameld of er een rechtszaak komt en zo ja, tegen wie (verdachte). 

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende opsporingsambtenaren 
algemeen opsporingsambtenaren
* De officieren van justitie (OvJ), zij leiden het opsporingsonderzoek

* Politieambtenaren (uit art. 2 van de Politiewet)
* Aangewezen militairen van de Koninklijke Marechausse
* rechercheurs bij de FIOD Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst
* rechercheurs bij de Nederlandse Arbeidsinspectie

Slide 9 - Tekstslide

Opsporingsonderzoek
Het doel is om aan te tonen dat een verdachte vervolgd kan worden of om bij een misdrijf te achterhalen wie de verdachte is. Er wordt informatie verzameld of er een rechtszaak komt en zo ja, tegen wie (verdachte). 

Slide 10 - Tekstslide

Buitengewoon opsporingsambtenaar (boa)
Personen die de boa-status kunnen hebben zijn onder andere:

I. Openbare ruimte
Handhaver
Parkeercontroleur
II. Milieu, welzijn en infrastructuur
Jachtopziener
Inspecteur omgevingsdienst
Inspecteur waterschap
Inspecteur Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
Boswachter
Medewerker bouw- en woningtoezicht
Inspecteur Inspectiedienst[2]
III. Onderwijs
Leerplichtambtenaar
IV. Openbaar vervoer
Veiligheid & Service medewerker
Controleur openbaar vervoer, boa-OV
Buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van een bedrijf, bijvoorbeeld ProRail
Buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van een gemeente en belast met handhaving openbare orde, bijvoorbeeld het veiligheidsteam openbaar vervoer van de gemeente Amsterdam
V. Werk, inkomen en zorg
Medewerker van de Arbeidsinspectie
Sociale rechercheur
VI. Generieke opsporing
Medewerker Dienst Vervoer & Ondersteuning (DJI)
Medewerker Belastingdienst / Douanebeambte
Weginspecteurs van Rijkswaterstaat, beperkte bevoegdheid, Dienst Verkeers- en Watermanagement
NVWA-ambtenaar
Boa in dienst bij politie

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel
Beschrijft volgens het Wetboek van Strafvordering het begrip
verdachte en het opsporingsonderzoek.
Beschrijft en onderscheidt volgens het Wetboek van Strafvordering de verschillende opsporingsambtenaren.

Slide 12 - Tekstslide