3 Mavo Reading

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Reading exam exercises

At the end of this class you've practised a final exam and know how you would perform.

Slide 2 - Tekstslide

How to work:
-Questions are in this lessonup
-The reading document is on Magister

-Before questions start there's a slide telling you which text you need.
- You don't have to do all the texts/questions so pay attention

Slide 3 - Tekstslide

Tekst 3
''The latest Brat Camp has turned
my life around''

Slide 4 - Tekstslide

(Question) 3. What is said about Xanthe Laird in paragraph 1?
A
She had a bad influence on her friends.
B
She has always been a worry to those around her.
C
She was severely neglected by her family.
D
She was unmanageable during puberty.

Slide 5 - Quizvraag

4. How did Sorrel feel at first about Xanthe going to Brat Camp? (paragraphs 2
and 3)
A
She did not have any confidence in Brat Camp’s tough approach.
B
She didn’t dare hope that it would change Xanthe’s life.
C
She thought it was unnecessary as Xanthe had already shown she was sorry.
D
She was afraid Xanthe might not survive it.

Slide 6 - Quizvraag

5. In alinea 3 wordt uitgelegd welk systeem Brat Camp hanteert.
Hoe wordt dit systeem aangeduid?
Citeer het woord/de woorden uit de tekst.

A
reward-based
B
expectations
C
brilliant
D
dangers

Slide 7 - Quizvraag

6. How did Sorrel react to Xanthe’s stay at Brat Camp? (paragraph 3)
A
She broke with Xanthe for a long period of time.
B
She felt the responsibilities of a mother again.
C
She finally understood why Xanthe had become a drug addict.
D
She no longer blamed herself for Xanthe’s misconduct.

Slide 8 - Quizvraag

7. In paragraphs 4 and 5 Xanthe looks back on her stay at Brat Camp
A
how essential good friends are
B
how to communicate with her mother
C
that taking drugs does not solve anything
D
what kind of person she really is

Slide 9 - Quizvraag

8. Which of the following feelings is not described by Xanthe in paragraph 6?
A
confidence
B
regret
C
excitement
D
determination

Slide 10 - Quizvraag

Tekst 4
''His goal was to make it simple to use and a joy to look at.
He succeeded. The result was the iPod. ''

Slide 11 - Tekstslide

9. Welk woord past het best bij 9 in alinea 2?

A
Apple
B
his business plans
C
his private life
D
marketing

Slide 12 - Quizvraag

10. ‘It is the sort of instruction’ (paragraph 3)
What does the writer think of this instruction?
A
It gives Jonathan Ive too much credit.
B
It is normal when you interview famous designers.
C
You would only expect it when you meet highly placed people.

Slide 13 - Quizvraag

11 What happened after Jonathan Ive invented the iMac according to paragraph 4?
A
Apple counted on this one success for too long.
B
Apple was back in business.
C
Jonathan became world famous.
D
Jonathan’s designs were copied by other companies.

Slide 14 - Quizvraag

In alinea 5 wordt verteld dat de iPod klein is.
Citeer uit deze alinea twee delen van zinnen die aangeven dat de iPod klein
is.

Slide 15 - Open vraag

13. Kies bij 13 in alinea 6 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
According to
B
After
C
In addition to
D
Without

Slide 16 - Quizvraag

14. Kies bij 14 in alinea 7 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
achieve
B
bear in mind
C
believe in
D
understand

Slide 17 - Quizvraag

15. Kies bij 15 in alinea 8 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
to become cheaper
B
to get better
C
to get more complicated
D
to present a new challenge

Slide 18 - Quizvraag

16. Kies bij 16 in alinea 9 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden
A
astonishment
B
enthusiasm
C
irritation

Slide 19 - Quizvraag

17. What is so interesting about an object according to paragraph 10?
A
how it works
B
the way it looks
C
what it tells you about the makers
D
what its price is for the buyers

Slide 20 - Quizvraag

18. What is Jonathan Ive delighted about most, according to the last paragraph?
A
the effect the iPod has
B
the good reviews he gets
C
the number of iPods sold worldwide
D
the prizes he has won

Slide 21 - Quizvraag

20. Wat wil de tekenaar met deze cartoon duidelijk maken?
A
de kritieke fase waarin het milieu zich bevindt
B
de moeilijke omstandigheden waaronder milieuactivisten hun werk moeten doen
C
de overdreven aandacht voor milieuproblematiek
D
de tegenstrijdigheid tussen wat mensen vinden en doen als het om het milieu gaat

Slide 22 - Quizvraag

Tekst 6
De Cartoon

Slide 23 - Tekstslide

Tekst 7
''Hang on to your skeleton''

Slide 24 - Tekstslide

21. Kies bij de open plek bij 21 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden
A
finish
B
show up
C
survive
D
triumph

Slide 25 - Quizvraag

22. Kies bij de open plek bij 22 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
for example
B
moreover
C
nevertheless
D
though

Slide 26 - Quizvraag

23. Kies bij de open plek bij 23 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.

A
comforting
B
instructive
C
frightening
D
meaningful

Slide 27 - Quizvraag

24. Kies bij de open plek bij 24 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
catapulted into
B
cheered by
C
engulfed in
D
molested by

Slide 28 - Quizvraag

25. In regel 68 begint de schrijver met: ‘The good news is’. Er is dus kennelijk ook slecht nieuws.
Hoe zou je dit slechte nieuws het best kunnen omschrijven?

Slide 29 - Open vraag

26. Kies bij de open plek bij 26 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
dismisses any
B
enlarges on
C
focusses on
D
is troubled by

Slide 30 - Quizvraag

27. ‘There is no need to remind me to hold on tight.’ (regels 96-97)
Leg uit waarom de schrijver hier niet aan herinnerd hoeft te worden.

Slide 31 - Open vraag

28. Kies bij de open plek bij 28 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
propelled forward
B
slowed down
C
thrown off your feet
D
turned upside down

Slide 32 - Quizvraag

Tekst 8
''SHE CAREERS ''

Slide 33 - Tekstslide

29 Wat is het doel van deze tekst?
De Metropolitan Police wil duidelijk maken dat
A
er bij sollicitaties voorrang wordt gegeven aan buitenlanders.
B
hun politiemensen allerlei verschillende talen spreken.
C
men hulp en bescherming biedt aan alle burgers van Londen.
D
zij politiemensen van allerlei rassen en culturen nodig hebben.

Slide 34 - Quizvraag