5.3 Mavo klas 1 de Geo Invloed van het relilëf

5.3 Invloed van het reliëf

• Je kunt beschrijven welke soorten reliëf er zijn.
• Je kent de algemene regel dat hoe hoger je in een gebergte komt, hoe lager de gemiddelde temperatuur van de lucht is (of: hoe kouder het wordt).
• Je kunt beschrijven welke klimaten er in een hooggebergte kunnen voorkomen.
• Je kunt beschrijven welke hoogtegordels er in een hooggebergte kunnen voorkomen, en uitleggen hoe deze samenhangen met de gemiddelde temperatuur.
• Je kunt uitleggen hoe bij een gebergte neerslag ontstaat en dat er een loef- en een lijzijde is.
• Je kunt de soorten reliëf op een kaart herkennen en benoemen.
• Je kunt uitleggen waarom de hoogtegordels op het noordelijk halfrond aan de zuidkant van een gebergte hoger liggen dan aan de noordkant van het gebergte.

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.3 Invloed van het reliëf

• Je kunt beschrijven welke soorten reliëf er zijn.
• Je kent de algemene regel dat hoe hoger je in een gebergte komt, hoe lager de gemiddelde temperatuur van de lucht is (of: hoe kouder het wordt).
• Je kunt beschrijven welke klimaten er in een hooggebergte kunnen voorkomen.
• Je kunt beschrijven welke hoogtegordels er in een hooggebergte kunnen voorkomen, en uitleggen hoe deze samenhangen met de gemiddelde temperatuur.
• Je kunt uitleggen hoe bij een gebergte neerslag ontstaat en dat er een loef- en een lijzijde is.
• Je kunt de soorten reliëf op een kaart herkennen en benoemen.
• Je kunt uitleggen waarom de hoogtegordels op het noordelijk halfrond aan de zuidkant van een gebergte hoger liggen dan aan de noordkant van het gebergte.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Indeling in hoogte
• Laagland = heuvels van minder dan 200 m hoog : bijna heel Nederland
   Heuvelland = heuvels tussen de 200 en 500 m hoog :  Zuid-Limburg Middelgebergte = bergen tussen de 500 en 1.500 m hoog : Eifel
   Hooggebergte = toppen van meer dan 1.500 m hoog : Alpen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Een gebied met hoogteverschillen tussen de 200 en 500 m
A
laagland
B
heuvelland
C
middelgebergte
D
hooggebergte

Slide 10 - Quizvraag

Een gebied met hoogteverschillen tot 200 m
A
laagland
B
heuvelland
C
middelgebergte
D
hooggebergte

Slide 11 - Quizvraag

Een gebied met toppen van ruim 5000 meter
A
laagland
B
heuvelland
C
middelgebergte
D
hooggebergte

Slide 12 - Quizvraag

welke hoogtegordel
zie je op deze foto?
A
naaldboomgordel
B
alpenweide
C
eeuwige sneeuw

Slide 13 - Quizvraag

Welke hoogtegordel uit de bergen lijkt op de taiga?
A
loofboomgordel
B
naaldboomgordel
C
alpenweide
D
eeuwige sneeuw

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet de meest noordelijke natuurlijke zone in Europa
A
taiga
B
naaldboomgordel
C
loofboomgordel
D
toendra

Slide 15 - Quizvraag

De kant van de berg waar de meeste neerslag valt, daar...
A
stijgt de lucht
B
daar daalt de lucht

Slide 16 - Quizvraag

De kant van de berg waar de meeste neerslag valt, dat is de
A
lijzijde
B
loefzijde

Slide 17 - Quizvraag

De kant van de berg die regenschaduw heet, dat is de
A
loefzijde
B
de lijzijde

Slide 18 - Quizvraag

Hele jaar niet warmer dan 0 graden celsius, dat is het...
A
hooggebergteklimaat
B
toendra klimaat

Slide 19 - Quizvraag