Coherentie & Conjuctions (Writing A2)

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Waarom?
  • Functies voegwoorden?
  • Toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Waarom gebruiken we voegwoorden?

Slide 4 - Woordweb

Read the TEXT, what do you notice?


I wanted to bake a cake. I went to the store. I bought flour and sugar. I bought chocolate frosting to go on top. I also got fresh strawberries to put on the cake after I had baked it.  

Slide 5 - Tekstslide

With conjuctions!
I wanted to bake a cake, so I went to the store and bought flour and sugar. I also bought chocolate frosting and fresh strawberries to go on top of the cake after I had baked it.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Listen to the story ___ answer the questions in complete sentences.
A
and
B
because
C
but
D
or

Slide 10 - Quizvraag

Is it Thursday ___ Friday today?
A
and
B
but
C
or
D
then

Slide 11 - Quizvraag

I like sugar in my tea, ___ I don't like milk in it.
A
and
B
but
C
or
D
so

Slide 12 - Quizvraag

We were very tired ___ happy after our flight to Sydney.
A
and
B
but
C
or
D
so

Slide 13 - Quizvraag

The sun was warm, ___ the wind was a bit too cool.
A
after
B
nor
C
so
D
yet

Slide 14 - Quizvraag

Functies

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Functies

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

They climbed the mountain ___ it was very windy.
A
although
B
nor
C
or
D
so

Slide 22 - Quizvraag

Welke functies kan een voegwoorden hebben in de tekst?

Slide 23 - Open vraag

I'll text you ___ I have arrived in Toronto.
A
after
B
or
C
so
D
then

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

He was late ___ the bus didn't come.
A
although
B
because
C
but
D
or

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen though, although en even though?
A
Though mag niet in een formele tekst
B
Though betekent iets anders dan although
C
Though is meer spreektaal
D
Even though is hetzelfde als although

Slide 27 - Quizvraag

Voegwoorden zorgen voor coherentie in een tekst!
  1. Opsomming, extra informatie
  2. Tegenstelling
  3. Reden/oorzaak/gevolg
  4. Keuze
  5. Tijd 

Slide 28 - Tekstslide

Nu jullie....


- Twee oefeningen in duo's maken
- Lijst met voegwoorden in Teams

Good luck!

Slide 29 - Tekstslide