Verhaalgenre uit de 16de- en 17de-eeuwse Spaanse literatuur
(novela picaresca) met bloeitijd tussen 1600 en 1630. De picaro is een sociale verschoppeling
(antiheld) die in de ik-vorm vertelt
(pseudo-autobiografie) hoe hij zich door allerlei lastige situaties heen met slimme streken, meestal ten koste van zijn meesters, in leven wist te houden. Opvallend in deze verhalen is de afwezigheid van het voor het romangenre zo typische liefdesthema. De aandacht gaat grotendeels naar de sociale situatie zoals die door de picaro gezien en beleefd wordt aan de zelfkant van de maatschappij. Toch kan men niet van sociaal protest spreken: de picaro verzet zich immers niet tegen zijn toestand; hij probeert alleen zich er zo goed mogelijk doorheen te slaan. De verhaalstructuur is duidelijk episodisch (een soort roman à tiroirs) en kent een open einde. De verteltoon is meestal mild-humoristisch.
(Bron: DBNL.org)