La preparación para el jueves
Leren de onregelmatige werkwoorde van de presente zoals saber, tener, estar, salir, querer, poder, venir, ser, ir.
Leren de routine werkwoorden op 'se' en met klinkerverandering zoals levantarse, despertarse (ie), ir, empezar (ie), hacer, cepillarse los dientes, vestirse (i), lavarse la cara, ducharse, acostarse (ue), dormir (ue).
Leren de werkwoorden gustar, interesar, encantar.
Leren vocabulaire lijst el instituto pág. 24 t/m 26 hol-esp
De dagen van de week, het uur in het Spaans, de vakken moet je al weten (ken je ze niet, bekijk de lijst nogmaals).