Oefenen met oppervlakte en ruimtefiguren
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. De oppervlakte van deze rechthoek is
A
2 + 10 = 12 m2
B
2 + 10 + 2 + 10 = 24 m
C
2 x 10 = 20 m2
D
10 - 2 = 8 m2
Slide 2 - Quizvraag
2. De oppervlakte van dit vierkant is
A
4 cm2
B
4 x 4 = 16 cm2
C
4 + 8 = 8 cm2
D
1 cm2
Slide 3 - Quizvraag
3. De oppervlakte van deze driehoek is
A
3 x 4 = 12 dm2
B
3 + 4 = 7 dm2
C
3 + 4 + 3 + 4 = 14 dm2
D
3 x 4 : 2 = 6 dm2
Slide 4 - Quizvraag
Bereken de oppervlakte
van driehoek ABC.
De oppervlakte :
van driehoek ABC.
De oppervlakte :
A
4 x 3 = 12 cm2
B
0.5 x 4 x 3 = 6 cm2
C
0.5 x 3 x 2 = 3 cm2
D
2 x 4 x 3 = 24 cm2
Slide 5 - Quizvraag
oppervlakte cirkel = 3,14 x straal x straal
Bereken de oppervlakte van de cirkel
π⋅straal2
A
314 cm
B
78,5 cm
C
15,7 cm
D
31,4 cm
Slide 6 - Quizvraag
Is dit een prisma?
A
JA
B
NEE
Slide 7 - Quizvraag
Is dit een prisma?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee
Slide 8 - Quizvraag
Dit ruimtefiguur is een...….
Dit ruimtefiguur is een...
A
Kubus
B
Balk
C
Prisma
D
Bol
Slide 9 - Quizvraag
Is dit een prisma?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Dit ruimtefiguur is een . . .
Hoe noem je dit ruimtefiguur?
timer
0:20
A
balk
B
bol
C
pyramide
D
cilinder
Slide 11 - Quizvraag
Is dit een prisma?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Wat is dit voor een ruimtefiguur?
Hoe noem je dit ruimtefiguur?
A
balk
B
bol
C
kubus
D
cilinder
Slide 13 - Quizvraag
oppervlakte cirkel =
A
3,14 x diameter
B
3,14 x straal x straal
C
3,14 x straal
D
3,14 x diameter x straal
Slide 14 - Quizvraag
Oppervlakte?
A
42 x 33 = 1 386
B
42 x 40 = 1 680
C
42 x 33 : 2 = 693
D
33 x 40 = 1 320
