In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
4.3 Jongeren willen een eigen leven
Tijd van televisie en computers
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van de les...
Kun je uitleggen hoe het was om jong te zijn in de jaren 50.
Kun je uitleggen wat het begrip jeugdcultuur inhoudt.
Kun je uitleggen wat de nozem, provo's en hippies zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Waartegen zou jij, als jongere, in verzet komen?
Slide 3 - Woordweb
Jaren 50
Weinig tijd voor ontspanning,
Veel sociale controle.
Strenge waarden en normen.
Slide 4 - Tekstslide
Eind jaren 50
Welvaart stijgt.
Mensen verhuizen naar de stad mindersociale controle.
1961: 5 daagse werkweek = meer vrije tijd!
Slide 5 - Tekstslide
Een eigen cultuur
Vanaf de jaren 50 gaan jongeren steeds langer naar school, waardoor ze vaak een hogere opleiding dan hun ouders volgen én in contact kwamen met andere ideeën.
Door de stijgende welvaart kunnen (en gaan) jongeren zich steeds meer onderscheiden door hun kleding, kapsel, muziek en manier van omgaan met elkaar. Ze vormden een eigen jeugdcultuur.
Elvis Presley (1935-1977) was een Amerikaans zanger en acteur. Hij wordt vaak The King of Rock and Roll of kortweg The King genoemd. Veel ouders spraken schande van de bewegingen die Elvis met zijn heupen maakt: "Het had alleen maar te maken met seks!"
Slide 6 - Tekstslide
Hoe was het om jong te zijn in de jaren 50?
Slide 7 - Open vraag
Nozems
Nozems zijn vaak werkende jongeren. Ze dragen spijkerbroeken, leren jassen en hadden vetkuiven. Meisjes dragen korte rokken en petticoats.
Ze staan in groepjes bij elkaar op straat of bij een snackbar, hangend op hun brommer en maken (volgens ouderen...) veel lawaai en schreeuwden naar voorbijgangers.
Ze luister naar rock-’n-rollmuziek, uiteraard uit Amerika.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Provo
Halverwege de jaren zestig ontstaat in Amsterdam de provobeweging.
Provo komt van het woord ‘provoceren’, dat ‘uitdagen’ of ‘uitlokken’ betekent.
Dat is ook precies wat de provo’s willen: iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken.
Met ludieke acties, grappig en zonder geweld, wilden zij de ouderen aan het denken zetten. Ze zijn ook erg milieubewust.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Hippies
Amerikaanse jongeren komen in protest tegen de oorlog die hun regering voert in Vietnam. Hieruit ontstaat de hippie- of flowerpowercultuur.
Eind jaren zestig komt deze jeugdcultuur ook naar Nederland. De hippies hebben lange haren en vrolijke, kleurrijkekleding. Ze willen zo eenvoudig mogelijk en zonder luxe leven.
De slogan van de hippies is: ‘Make love, not war’.
Het Woodstock-festival (1969) wordt wel gezien als hét hippie-festival. Bijna alle grote bands uit die tijd waren aanwezig bij '3 Days of Peace & Music'. Hoewel het wereldberoemd is geworden, was het bijzonder slecht georganiseerd (slechte sanitaire voorzieningen) en kwamen er veel te veel mensen binnen (zonder te betalen). De organisatie maakte dan ook geen winst.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Gabber
Gothic
Hippie
Punker
Nozems
Slide 17 - Sleepvraag
Individualisering
Ontkerkelijking en toegenomen welvaart
Jaren 50/60
persoonlijke vrijheid, zelfontplooiing en mondigheid
Vanzelfsprekendheid
Slide 18 - Tekstslide
Democratisering
Jongeren willen meer inspraak in bijvoorbeeld hun school of in de politiek. = democratisering