In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Tekst
6.5 Elektrische energie
Slide 1 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Energie meten.
De kilowattuurmeter registreert
hoeveel elektrische energie er is verbruikt. Voor elektrische energie gebruiken we de eenheid kilowattuur.
De SI eenheid voor energie is de joule (J)
Kilowattuur en Joule kun je omrekenen.
1kWh = 3.600.000 J.
Slide 2 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Energieverbruik = vermogen x tijd
Joule (J) Watt(W) Seconde(s)
In formule vorm:
E= P x t
E is energieverbruik in J
P is vermogen in W
t is tijdsduur in s
Slide 3 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Energieverbruik = vermogen x tijd
(in kWh) (in kW) (in h)
In formule vorm:
E= P x t
E is energieverbruik in kWh
P is vermogen in kW
t is tijdsduur in h
energiekosten = energie ( in kWh ) x prijs per één kW h
Slide 4 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Een apparaat met een vermogen van 1 kW staat 3 uur aan. Bereken het energieverbruik.
antwoord: 1kW x 3 h = 3 kWh
Een apparaat met een vermogen var 0,5 kW staat 5 uur aan.
Bereken het energieverbruik.
antwoord: 0,5 kW x 5 h = 2,5 kWh
Slide 5 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Energieverbruik = vermogen x tijd
(in kWh) (in kW) (in h)
energiekosten = energie ( in kWh ) x prijs per één kWh
Slide 6 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 watt.
Het koken van water duurt 12 minuten.
Bereken het energieverbruik in joule.
GEBRUIK ALTIJD DE VOLGENDE NOTATIE
Formule:
Gegevens:
Berekening:
Slide 7 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 watt.
Het koken van water duurt 12 minuten.
Bereken het energieverbruik in joule.
GEBRUIK ALTIJD DE VOLGENDE NOTATIE
Formule: E = Pxt
Gegevens: P= 1200 W
t= 12 min = 12x60 = 720 s
Berekening: E= 1200 x 720 = 864000 J
Slide 8 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 watt.
Het koken van water duurt 12 minuten.
Bereken het energieverbruik in Kwh.
GEBRUIK ALTIJD DE VOLGENDE NOTATIE
Formule:
Gegevens:
Berekening:
Slide 9 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen energieverbruik
Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 watt.
Het koken van water duurt 12 minuten.
Bereken het energieverbruik in kWh.
GEBRUIK ALTIJD DE VOLGENDE NOTATIE
Formule: E = Pxt
Gegevens: P= 1200 W =1,2kW
t= 12 min = 12/60 = 0,2 uur
Berekening: E= 1,2 x 0,2 = 0,24 kWh
Slide 10 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen van het vermogen
Formule:
Gegevens:
Berekening:
Een wasmachine heeft een was gedraaid in 2 uur.
De wasmachine heeft in deze tijd een elektrisch
verbruik van 6 kWh.
Bereken het vermogen van de wasmachine
Slide 11 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen van het vermogen
Formule: (E = P x t) P = E / t
Gegevens: E= 6 kWh =
T= 2 uur
Berekening: P = 6 / 2 = 3 kW
Een wasmachine heeft een was gedraaid in 2 uur.
De wasmachine heeft in deze tijd een elektrisch
verbruik van 6 kWh.
Bereken het vermogen van de wasmachine
Slide 12 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen van de tijdsduur
Je hebt je haar met een föhn met een vermogen van 800 watt
gedroogd.Je hebt hierbij 0.067 kWh aan energie verbruikt.
Hoeveel minuten heb je je haar gedroogd.
Formule:
Gegevens:
Berekening:
Slide 13 - Tekstslide
Elektrische energie 6.5
Berekenen van de tijdsduur
Je hebt je haar met een föhn met een vermogen van 800 watt
gedroogd.Je hebt hierbij 0.067 kWh aan energie verbruikt.
Hoeveel minuten heb je je haar gedroogd.
Formule: (E=P x t) t = E / P
Gegevens: P = 800 W = 0,8 kW
E= 0.067 kWh
Berekening: t = 0.067 / 0.8 = 0.083 uur x 60 = 5 minuten
Slide 14 - Tekstslide
Een wasmachine heeft een was gedraaid in 2 uur.
De wasmachine heeft in deze tijd een elektrisch
verbruik van 6 kWh.
Bereken het vermogen in kW van de wasmachine
A
3kW
B
6kW
C
2kW
D
12kW
Slide 15 - Quizvraag
Een wasmachine heeft een vermogen van 1800 watt.
Het draaien van een was kost 4,5 kWh
Hoeveel uur heeft de machine gedraaid
A
4,5 uur
B
1,8 uur
C
0.72 uur
D
2,5 uur
Slide 16 - Quizvraag
Je zit op je kamer 3 uur huiswerk te maken. Je hebt 3 lampen van elk 60 watt, Een computer van 400 watt, een stereo installatie van 200 watt en een elektrische kachel van 1000 watt aanstaan. Één kWh kost 0,15 euro. Wat kost 3 uur huiswerk maken aan elektrische energie.
A
1,78 euro
B
5,34 euro
C
0,80 euro
D
0.75 euro
Slide 17 - Quizvraag
Elektrische energie 6.5
Je zit op je kamer 3 uur huiswerk te maken.
Je hebt 3 lampen van elk 60 watt, Een computer van 400 watt, een stereo installatie van 200 watt en een elektrische kachel van 1000 watt aanstaan.
Één kWh kost 0,15 euro.
Wat kost 3 uur huiswerk maken aan elektrische energie.