Adjectives and Adverbs

Adjectives and Adverbs
Mavo 3
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Adjectives and Adverbs
Mavo 3

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
- Adjectives/ Adverbs
- Klassikale Oefening

Na de lessonup
- I writing & grammar p.164

Slide 2 - Tekstslide

Adjectives
NL = Bijvoeglijke Naamwoorden

Zeggen iets over zelfstandige naamwoorden.

He is a careful driver.
The sweater feels nice and soft.

Slide 3 - Tekstslide

Adverbs
NL = Bijwoorden

Zeggen iets over werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden of andere bijwoorden.

We nearly missed the train.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zien deze woorden eruit?
Bijvoeglijke naamwoorden zien er "normaal" uit, bijv: careful, beautiful, dangerous etc.

Bijwoorden zijn vaak dezelfde woorden +ly, bijv: carefully, beautifully, dangerously etc.

Bij sommige bijwoorden moet je wel op de spelling letten! ->

Slide 5 - Tekstslide

Aangepaste Spelling
- een woord dat eindigt op '-le' wordt 'ly'
terrible --> terribly
- een woord dat eindigt op 'y' wordt 'ily'
easy --> easily
- een woord dat eindigt op 'ic' wordt 'ically'
fantastic --> fantastically

Slide 6 - Tekstslide

Uitzonderingen
1 - hetzelfde
- fast
- hard
- high
- late
- low
- long
2 - 'good' en 'well'
good = bijvoeglijk naamwoord
well = bijwoord

3 - geen -ly na sommige werkwoorden
- be, hear, feel, taste, smell, seem
Zie reader voor extra uitleg.

Slide 7 - Tekstslide

John held the plate _____.
A
careful
B
carefully

Slide 8 - Quizvraag

I speak English _____.
A
well
B
good

Slide 9 - Quizvraag

Her English is _____.
A
well
B
good

Slide 10 - Quizvraag

She answered _____.
A
clever
B
cleverly

Slide 11 - Quizvraag

Vervoeg het woord naast de zin op de juiste manier.
He spoke _____. (warm)

Slide 12 - Open vraag

The class is _____ loud today. (terrible)

Slide 13 - Open vraag

Robin looks _____. What's the matter with him? (sad)

Slide 14 - Open vraag

The bus driver was _____ injured. (serious)

Slide 15 - Open vraag

Wat is de correcte vorm van het bijwoord van fantastic?
A
fantasticaly
B
fantasticly
C
fantastically
D
fantasticle

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de correcte vorm van het bijwoord van steady?
A
steadly
B
steadily
C
steadilly
D
steadially

Slide 17 - Quizvraag

Wat snap je nog niet/ wat vind je het moeilijkste aan dit onderwerp?

Slide 18 - Open vraag

I writing & grammar (p.164)

  • ex. 49, 50, 51, 52, 53 

Slide 19 - Tekstslide

Spreekvaardigheid
Ga naar Google Classroom en open de Meet Groepjes sheet.

We gaan de opdracht uitvoeren zoals die in de toets staat omschreven.

Slide 20 - Tekstslide