Leren leren les 4

Leren leren les 4
B1-K1-WO
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Leren leren les 4
B1-K1-WO

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Wat is beroepshouding? 
  • Normen en Waarden.
  • Stellingen Fout/Waar 
  • Beroepsprofiel.
  • Opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Beroepshouding: 
Beroepshouding is een erg breed begrip dat alle verschillende facetten van het beroepsleven omvat:
  •  De kwalificaties, opleidingen en ervaringen die belangrijk zijn voor de competenties waarover je beschikt en die gebruikt op het werk.
  • Je normen en waarden; je vermogen en intentie om integer te handelen; je 'moreel kompas’.
  • Je relaties met collega's, meerderen en klanten; je communicatieve en interpersoonlijke vaardigheden; de manier waarop je jezelf plaatst binnen het team en het bedrijf.
  • Je opvattingen over de manier waarop je je functie moet uitoefenen (proactief versus passief, competitief versus loyaal).

Slide 3 - Tekstslide

Beroepshouding
 Je beroepshouding omvat dus veel meer dan enkel de taken die je uitvoert.
Het gaat erom hoe je die taken uitvoert, in welke mate je samenwerkt of concurreert met anderen binnen het bedrijf, welke normen en waarden jij belangrijk vind op de werkvloer en hoe dat tot uiting komt.....

Slide 4 - Tekstslide

Waarden en Normen
Wat is dat? 

Slide 5 - Tekstslide

Waarden:
Waarden zijn jouw fundamentele overtuigingen of idealen. Het is de kern van wat jij nastreeft en hetgeen van waaruit jouw gedrag vorm krijgt.
Waarden definieer je meestal in enkele woorden als toewijding, eerlijkheid, respect, vertrouwen of zorgzaamheid. 

Slide 6 - Tekstslide

Normen
Normen zijn als de regels die we in de samenleving volgen. Ze vertellen ons wat als sociaal aanvaardbaar wordt beschouwd en wat niet. 
Bijvoorbeeld, het is een norm om in de rij te staan bij de kassa in plaats van voor te dringen, of om "dank je wel" te zeggen als iemand je iets geeft. Normen variëren van cultuur tot cultuur en kunnen na verloop van tijd veranderen

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden:
Norm: In een rij wacht je netjes tot je aan de beurt bent.
Waarde: Geduld, Respect

Norm: Als je in- en uit de lift stapt, groet je netjes de anderen in de lift.
Waarde: Vriendelijkheid, Beleefdheid

Norm: Als je iets van iemand hebt geleend, dan geef je dat ook weer terug.
Waarde: Verantwoordelijkheid, Respect voor andermans spullen

Slide 8 - Tekstslide

Stellingen: 
Ga staan bij WAAR                                                 Zitten bij NIET WAAR

Slide 9 - Tekstslide

Bekijk de volgende video's
En beschrijf welke vaardigheden je nodig hebt als verpleegkundige. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Wat wordt er van jouw verwacht? 
Wat hoort bij het beroepsprofiel van een verpleegkundige niveau 4 op de volgende gebieden? 
1 Vakinhoudelijk                                                    5 Maatschappelijk handelen
2 Communicatie                                                   6 Organisatie 
3 Samenwerking                                                  7 Professionaliteit en kwaliteit. 
4 Kennis van wetenschap

(in twee tallen 1 gebied uitwerken, daarna aan de klas presenteren)

Slide 13 - Tekstslide

Vakinhoudelijk
  • Je hebt kennis van verschillende doelgroepen en onderneemt daarmee passende actie. (levensfases, ontwikkelingspsychologie, copingstijlen, AFP en farmacie.) 
  • Je werkt volgens richtlijnen en protocollen
  • Je voert risicovolle handelingen uit
  • Je ondersteunt de zorgvrager bij diens persoonlijke verzorging
  • Je kunt een zorgleefplan opstellen, evalueren en bijstellen in situaties
  • Je kunt met uiteenlopende doelgroepen zorgrelaties aan gaan, gebaseerd op vertrouwen en gericht op resultaat
  • Je kunt een zorgvrager psychosociaal begeleiden. Je kunt palliatieve en terminale zorg verlenen.

Slide 14 - Tekstslide

Communicatie
• Je onderkent het belang van communicatie en past passende gesprekstechnieken toe;
• Je kunt je inleven in zorgvragers, hun naasten en hun sociale netwerk en gelijkwaardig en respectvol communiceren met een
grote diversiteit aan zorgvragers,
• Je kunt adequaat omgaan met agressie, grensoverschrijdend en onbegrepen gedrag bij zorgvragers, hun naasten en hun netwerk;
• Je kunt met familie, mantelzorgers en het sociale netwerk communiceren over hun rol en inzet in het zorgproces;
• Je kunt professioneel te communiceren over palliatieve zorg en het levenseinde;
• Je kunt communiceren via de elektronische weg (eHealth, zorg op afstand en sociale media) en op de hoogte blijven van de toepassingen van ICT in de eigen werksituatie.

Slide 15 - Tekstslide

Samenwerking
• Je kunt de kennis van de sociale kaart en de maatschappelijke steunsystemen toepassen en op de hoogte te blijven van de rollen, deskundigheid en bevoegdheid van de samenwerkingspartners;
• Je kunt samenwerken met zorgvragers, hun naasten en het sociale netwerk, ook in intercollegiale samenwerking met professionals en in multidisciplinaire teams.
• Je kunt handelen vanuit een gelijkwaardige, collegiale en open houding met zorgvragers en hun naasten, met collega zorgverleners in het multidisciplinaire team en met andere samenwerkingspartners;
• Je kunt accuraat (digitaal) verslag leggen, overleggen en overdragen, ook over de eigen organisatiegrenzen heen.

Slide 16 - Tekstslide

Kennis en wetenschap
  • Je zorgt ervoor dat je de eigen deskundigheid op peil houdt en verbetert door het leren op de werkplek, het volgen van bijscholing en het bijhouden van vakliteratuur;
  • Je hanteert de principes van reflectieve praktijkvoering, geeft feedback aan anderen op hun handelen en professioneel gedrag en ontvangt feedback van collega’s en neemt deze beroepsprofiel mbo-opgeleide verpleegkundige mee in je eigen handelen;
  • Je draagt bij aan de intercollegiale deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling en bent een rolmodel voor (aankomend) mbo verpleegkundigen;
  • Je bent je bewust van je eigen morele en ethische waarden en handelt hier professioneel naar.

Slide 17 - Tekstslide

Maatschappelijk handelen
• Je verzamelt met kennis van preventie en gezondheidsvoorlichting gegevens van de individuele zorgvrager en signaleert veranderingen in de gezondheidstoestand van een zorgvrager (zogenaamde vroegsignalering);
• Je adviseert over gewenste veranderingen in leefstijl of het volhouden van therapie en voert interventies uit over individuele preventie en gezondheidsvoorlichting, met beschikking over kennis van de principes van zelfmanagement, leefstijlen en methoden voor motiverende gespreksvoering;
• Je versterkt het sociaal netwerk rond de zorgvrager, uitgaande van kennis van de cultuur, de cultuurgebonden opvattingen over gezondheid en de cultuurgebonden gezondheidsproblemen van de zorgvrager.

Slide 18 - Tekstslide

Organisatie
• Je kunt het primaire proces rondom de zorgvrager coördineren en de continuïteit waarborgen.
• Je kunt het beleid van de organisatie als basis hanteren voor het eigen handelen, en kunt handelen met inzicht en kennis van bekostiging van de zorg en de rol van de zorgverzekeraar daarin. 
• Je kunt op verantwoorde wijze met materialen en middelen om te gaan;
• Je kunt een bijdrage leveren aan de patiëntveiligheid en het werk- en leerklimaat binnen de werkeenheid en kunt de bij de beroepsmatige verantwoordelijkheid horende (gedrags)regels en protocollen in acht nemen. 
• Je kunt technieken op het vlak van ICT en zorg op afstand toepassen, met het elektronisch patiëntendossier werken als basis voor het handelen en kunt informatie- en communicatietechnologie inzetten in de eigen organisatie.

Slide 19 - Tekstslide

Professionaliteit en kwaliteit 
• Je kunt met kennis van relevante richtlijnen, protocollen en wetten taken uitvoeren op het gebied van kwaliteitszorg en innovatie en bent in staat gerichte feedback te geven als protocollen niet goed toepasbaar zijn;
• Je kunt planmatig werken, prioriteiten stellen en keuzes maken;
• Je kunt werken vanuit de visie op ‘goede zorg’ van de eigen organisatie, en bent bekend met de kwaliteitskaders van de organisatie;
• Je kunt je als lid van de beroepsgroep houden aan de in de verpleegkundige beroepscode opgenomen waarden en normen, aan de regels van de organisatie en aan wetgeving, waarbij je rekening houdt met je eigen waarden en normen;
• Je kunt het beroep zelfbewust en assertief uitoefenen, daarbij zo nodig de grenzen van de eigen bevoegdheid en bekwaamheid aangevend, en kunt daarnaast ambassadeur van het beroep zijn;
• Je kunt omgaan met spanningsvelden zoals zakelijkheid versus betrokkenheid en afstand versus nabijheid.

Slide 20 - Tekstslide

Maak een vacature! 
Jij werkt als verpleegkundige in het ziekenhuis. Voor dit ziekenhuis wordt er geworven voor nieuw personeel voor jouw afdeling. Jouw toekomstige collega!
 
• Schrijf een eigen vacature voor een nieuwe verpleegkundige op jouw afdeling, passend bij het beroepsprofiel en waarden en normen.

Slide 21 - Tekstslide