K1b les 6 februari

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Middeleeuwse steden

Herhaling afspraken

• Je blijft zitten op je plek
• Als je iets wil vragen dan steek je je vinger op
• Je praat niet door de uitleg heen
• We gooien geen dingen door het lokaal
• We hebben respect voor de verhalen van anderen

Lukt dit niet? Naam op het bord

Daarna half uur nablijven, dan aantekening

In welk dorp of stad woon jij?

Veghel

Sint-Oedenrode

Erp

Zijtaart

Mariaheide

Schijndel

Heeswijk Dinther

Anders

Emotie

Ben je blij met de plaats waar je woont?

Ja

Nee

Is jouw dorp een oud dorp of een jong dorp? Waaraan kun je dat zien?

Oud

Jong

Stel je voor: iemand beklom 20 jaar geleden de kerk en maakte een foto van jouw dorp.
Wat staat er niet op de foto wat je nu wel ziet?

4.1 en 4.2: De eerste steden

Deeltoets over deze paragraven

• 4.1: Het ontstaan van steden
• 4.2: De macht van koningen

Leerdoelen

• Ik kan in eigen woorden uitleggen hoe de eerste steden ontstonden
• Ik kan een reden noemen waarom de bevolking groeide in de middeleeuwen
• Ik weet hoe het leven in een middeleeuwse stad eruitzag

Herhaling door aankondigen

Opdrachten 4.1

• Is het gelukt met 1 t/m 5?
• Zijn er nog vragen?

Het jaar 1000

Betere ploeg

Meer voedsel

Meer 

kinderen

Er was vraag en aanbod naar eten

Er ontstonden steden rond de markten

De tijd van steden en staten

\

1000-1500

Mensen in de stad

• Niet iedereen hoefde nog boer
  te zijn

• Ambachtslieden en handelaren

De middeleeuwse stad

Stadsrechten

Burgers / Burgerij

Schout

Schepenen

Werktijd

• Lees blz. 135  (de blauwe tekst)
• Maak opdracht 6 en 7
• Je mag fluisteren
• Klaar? Maak bladzijde 138 of leer
  alvast de begrippen

Gewesten

• Provincies

Werktijd

• Lees zelf de tekst over Floris V (blz. 136)
• Maak opdracht 9
• Overleg samen en lees goed de tekst!
• Klaar? Maak bladzijde 138 of leer
  alvast de begrippen

Herhaling

• Waarom kon de bevolking groeien in de middeleeuwen?
• Waar ontstonden steden?
• Waarom hoefde niet iedereen meer boer te zijn?
• Hoe heten mensen die iets met hun handen maakten?

Herhaling

Beschrijf het begrip

• Werk in tweetallen
• Neem de begrippenlijst voor je
• Noem een begrip. De ander moet de betekenis geven. Goed? → kleur het begrip groen. Fout? → herhaal het begrip later.
• Klaar? → draai de rollen om.

Pictionary

• Kies vier begrippen uit de 
   begrippenlijst die je lastig vindt.
  
• Schrijf ze op bij 'begrip'.
• Schrijf de betekenis bij 'uitleg'.
• Maak een tekening de begrippen.

Begrippentheater

• Werk in groepjes van 2-3.
• Beeld om de beurt een begrip uit.
• Groepsgenoten proberen het
    begrip te raden.