Verbranding en ademhaling > Herhaling
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar of niet waar:
Bij verbranding ontstaat altijd koolstofdioxide (CO2).
Bij verbranding ontstaat altijd koolstofdioxide (CO2).
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Wat moet er op plek 1?
A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Glucose
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Waar of niet waar:
Voor verbranding is altijd een brandstof en zuurstof nodig.
Voor verbranding is altijd een brandstof en zuurstof nodig.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Welke twee vormen van energie ontstaan bij de verbranding van hout?
timer
1:00
Slide 6 - Open vraag
Welke vragen heb je nog over verbranding en ademhaling?
timer
1:00
Slide 7 - Open vraag
De stoffen die ontstaan bij verbranding noem je?
timer
1:00
Slide 8 - Open vraag
Ingeademde lucht bevat veel __1__ en weinig __2__
A
1:Koolstofdioxide
2: Zuurstof
B
1: Zuurstof
2: Koolstofdioxide
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de juiste formule van de verbranding van glucose:
A
glucose + CO2 + energie --> zuurstof + water
B
glucose + zuurstof + energie --> CO2 + water
C
glucose + CO2 -->
zuurstof + water + energie
D
glucose + zuurstof -->
CO2 + water + energie
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
De belangrijkste brandstof voor je lichaam is....
Slide 17 - Open vraag
je ademhalingssnelheid word groter
het hart gaat sneller kloppen
in de cellen vind meer verranding plaats
Je krijgt het warm
je spant je lichamelijk in
er is meer zuurstof nodig
er komt energie vrij in de vorm van warmte
er moet meer zuurstof en glucose naar de cellen
