‘Vaders verlieten hun kinderen, vrouwen hun man, en de ene broer verliet de andere, want deze ziekte verspreidde zich via de adem en oogcontact. En dan stierven ze. En er was niemand bereid om de doden te begraven – niet voor geld of voor vriendschap. De doden werden door hun familieleden in een kuil gegooid, zonder priester, zonder gebed. Zelfs de kerkklokken bleven stil. Op veel plekken in Siena werden grote kuilen gegraven en gevuld met alle doden... Er waren ook mensen die zo ondiep begraven waren dat de honden hen weer opgroeven en hun lichamen in de stad verslonden.’