45-1 Literatuur 1900-1940

Literatuur 1900-1940
Lees minimaal één boek uit deze periode. Tijdens het mondeling wordt zowel naar deze periode als naar de link van je roman met een stroming gevraagd.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Literatuur 1900-1940
Lees minimaal één boek uit deze periode. Tijdens het mondeling wordt zowel naar deze periode als naar de link van je roman met een stroming gevraagd.

Slide 1 - Tekstslide

Na WO-I
Had iedereen het gevoel dat er een nieuwe tijd zou aanbreken.
Men stortte zich vol enthousiasme op het leven.

--> Roaring twenties 

1

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Ondertussen in Nederland...
  • Radicale partijen bleven klein (NSB)
  • Sociale wetgeving werd versterkt: algemeen kiesrecht voor mannen (1917) en vrouwen (1922), Achturige werkdag (1919)
  • WOI: Nederland neutraal
  • 10 mei 1940: Duitsers vallen Nederland binnen
3

Slide 4 - Tekstslide

De cultuurbeweging die tijdens WO-I tot ontwikkeling kwam wordt het modernisme genoemd.

- talrijke stromingen
- radicaal nieuwe kunst
- bloeide vooral tijdens de roaring twenties
4

Slide 5 - Tekstslide

Stromingen
  • Expressionisme
  • Dadaïsme
  • Nieuwe Beelding

Slide 6 - Tekstslide

Expressionisme
  • Expressie = uitdrukken (van gevoelens)
  • Expressionisme= het weergeven van de eigen ervaringen. 
  • Vervorming van realiteit.
  • vs. impressionisme (weergeven zintuiglijke waarneming)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Literatuur
- Expressionisme staat tegenover het impressionisme
- Uitdrukken van een gevoel d.m.v. het weergeven van beelden.

Poésie pure: gedichten waarin het niet gaat om het weergeven van concrete inhoud, maar waarin een sfeer, een beeld wordt opgeroepen.
- Leidt soms tot absurdisme (Kafka)

Slide 9 - Tekstslide

Impressionisme
  • Wel rijm, metrum en regelmatige strofebouw
  • Normale zinnen


  • Veel bnw



  • Onderwerpen en beeldspraak vaak ontleend uit de natuur
  • Traditionele poëzie

Expressionisme
  • Geen of minder rijm, metrum, regelmatige strofebouw
  • Onvolledige, niet grammaticale zinnen
  • Emotie / gevoel wordt direct geuit d.m.v.  ongewone woordcombinaties (violette schemer)
  •  Onderwerpen en beeldspraak vaak ontleend uit het stadsleven
  • Vrije vers

Slide 10 - Tekstslide

Dadaïsme
  • Geen vertrouwen in de samenleving. 
  • Heftige tegenbeweging. Anti-alles.
  • Maakten geen "kunst". 
  • Braken met literaire tradities.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Nieuwe Beelding
Piet Mondriaan ontwikkelde een zeer abstracte stijl.
Hij wilde alles terugbrengen tot de essentie met daarin een harmonie van verhoudingen.

Slide 14 - Tekstslide

De vroege werken van Mondriaan zijn geschilderd in de stijl die gebruikelijk was in die tijd.

Dit landschap is een impressie (indruk) / tamelijk realistische weergave van de werkelijkheid

Slide 15 - Tekstslide

op zoek naar structuur
Mondriaan ging de afbeedling van de boom vereenvoudigen, op zoek naar de structuur achter deze vorm.

Slide 16 - Tekstslide

Verdere abstrahering, op zoek naar dat wat minimaal nodig is.

Slide 17 - Tekstslide

Ook hier zie je de zoektocht van Mondriaan naar de structuur achter de vorm.

Slide 18 - Tekstslide

Bij de abstrahering/ vereenvoudiging van vormen, komt Mondriaan steeds uit op de horizontale en verticale lijn en kiest uiteindelijkvoor de meest elementaire kleuren (de primaire: rood, geel en blauw), waar hij zijn composities mee maakt.

Slide 19 - Tekstslide

Traditie en vernieuwing
In de literatuur stonden traditie en vernieuwing naast elkaar. 
  • Slauerhoff & Van Schendel: traditie.
  • Marsman & Van Ostaijen: vernieuwing.

Slide 20 - Tekstslide

Slauerhoff
  • Scheepsarts
  • Expressie van gevoel in gedichten.
  • Verlangen & romantisch lijden.

Slide 21 - Tekstslide

Arthur van Schendel
  • Bekendste werk: Het fregatschip Johanna Maria
  • Neoromantiek: werkelijkheid is onbevredigend.
  • Hoofdpersonen hebben bijna niet te vervullen verlangen.

Slide 22 - Tekstslide

 H. Marsman

Slide 23 - Tekstslide

H. Marsman (1899-1940)
  • 'Groots en meeslepend wil ik leven' --> vitalisme
  • Verafschuwde Hollandse bekrompenheid en verheerlijkte de hartstochtelijk levende, wilskrachtige persoonlijkheid.
  • Vitalistische bundels: Verzen (1923), Paradise regained (1927)
  • Vervolgens: traditionelere poëzie
  • Traditionele en realistische poëzie: Verzameld werk (1938)

Slide 24 - Tekstslide

Paul van Ostaijen
  • Leefde kort maar krachtig.
  • Collagetechniek in gedichten.
  • Gedichten zijn 'autonome taalbouwsels'.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Forum
  • Tijdschrift.
  • Menno ter Braak & Edgar du Perron.
  • Vorm of vent-discussie (vent belangrijker dan vorm).
  • Tegen nationaal-socialisme.
  • Psychologische romans, vaak autobiografisch.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video



Huiswerk
Je gaat nu aan de slag met Laagland.
Je maakt de opdrachten: 
3, 4, 5 & 6 (pag. 83, LL).

Succes!
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 29 - Tekstslide