v4 h.7

----------------------------------------------------------
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

----------------------------------------------------------

Slide 1 - Tekstslide

Syllabus vwo economie 2023 
Domein F: Samenwerken en Onderhandelen
De kandidaat kan in contexten analyseren dat, wanneer belangen van individuele actoren conflicteren, samenwerken en onderhandelen meer oplevert voor (markt)partijen dan vertrouwen op individuele acties. Centralisatie, waarbij (collectieve) dwang het middel is om acties tot stand te brengen, kan een alternatief coördinatiemechanisme zijn voor keuzes.
--> link naar syllabus op Examenblad volgende slide

Dit domein wordt behandeld in hoofdstuk 7 en 8.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Hoofdstuk 7.1: Het gevangenendilemma
Je kunt:
• een conflict tussen belangen, bijvoorbeeld tussen eigenbelang en collectief belang, als  een gevangenendilemma weergeven.
• een gevangenendilemma in een beslisboom én in een pay-offmatrix weergeven. 
• beredeneren dat, als elke partij zijn dominante strategie volgt, er een Nash-evenwicht  tot stand komt.
• een Nash-evenwicht en een Pareto-optimum met elkaar vergelijken. 
• beredeneren dat, als er geen dominantie strategie wordt gevolgd, er een meervoudig  evenwicht ontstaat.

Slide 7 - Tekstslide

uitkomst spelmatrix (pay-offmatrix) bepalen
  • beide spelers kiezen gelijktijdig en weten niet wat de ander doet
  • ze beschikken over dezelfde informatie
  • ieder bepaalt zijn keus gegeven elke mogelijk keus van de ander: dit proces loop je per speler stap voor stap na, waarbij je de mogelijke uitkomsten benoemt!    zie bovenaan p.11
  • de combinatie(s) van keuzes waar ze allebei voor kiezen is een evenwicht (verwachte uitkomst)
  • dit evenwicht is een Nash-evenwicht als beide spelers zich niet kunnen verbeteren gegeven de keus van de ander

Slide 8 - Tekstslide

gevangenendilemma

  • wanneer een keus altijd de beste uitkomst oplevert, ongeacht de keus van de ander, is er sprake van een dominante strategie
  • een evenwicht in dominante strategieën is altijd een Nash-evenwicht
  • dit evenwicht is niet per se de beste uitkomst voor beide spelers: als er een uitkomst is die voor beide spelers tegelijk beter is, is sprake van een sub-optimale uitkomst  -> 
als sprake is van een evenwicht in dominante strategieën met een suboptimale uitkomst, spreken we van een gevangenendilemma

Slide 9 - Tekstslide

uitkomst beslisboom bepalen
een beslisboom geeft weer welke gevolgen de keuzes van een speler hebben bij de verschillende keuzes die de ander kan maken en de verschillende uitkomsten daarvan voor die ander
 op basis van die uitkomsten voor de ander, kan hij dan verwachten wat de ander zal doen, en vervolgens bepalen wat dat voor hemzelf betekent
--> je lost een beslisboom op van rechts naar links    

Slide 10 - Tekstslide

bij een matrix bepaal je jouw keus gegeven elke mogelijke keus van de ander:
als hij A doet, doe ik B want B levert mij dan meer op dan A
als hij B doet, doe ik B want B levert mij dan meer op dan A
--> dominante strategie is B

 bij een beslisboom bepaal je wat de ander doet bij elke keus van jou:
als ik A doe, doet hij B want dat levert hem dan het meest op en dat levert mij X op
als ik B doe, doet hij B want dat levert hem dan het meest op en dat levert mij Y op
--> Y  >  X, dus kies ik B
voor de ander is B  hier dominante strategie

Slide 11 - Tekstslide

h.7.2: langetermijnrelaties
Je kunt ...
• met behulp van voorbeelden duidelijk maken welke invloed zelfbinding, sociale normen en reputatie in een coöperatief spel hebben.
• met behulp van voorbeelden duidelijk maken welke rol simultane respectievelijk sequentiële beslissingen in een langetermijnrelatie spelen.
• met behulp van voorbeelden duidelijk maken welke rol een geloofwaardige dreiging in de besluitvorming speelt.

Slide 12 - Tekstslide

h.7.2: langetermijnrelaties
eigenbelang op korte termijn kan op lange termijn juist nadelig zijn: als je een ander niets gunt of niet vertrouwt, zal die jou een volgende keer ook niets gunnen of niet vertrouwen, en kun je beide slechter af zijn  -> non-coöperatief spel

oplossing: samenwerken -> coöperatief spel
probleem is dat dit niet 'vanzelf' tot stand komt, er moet sprake zijn van vertrouwen of een vorm van dwang

Slide 13 - Tekstslide

Oplossen dilemma in niet-coöperatief spel
  • zelfbinding:  vrijwillig afwijken van je dominante strategie;
    werkt als de ander je vertrouwt en als niet-nakomen schadelijk is voor jezelf; vooral van belang bij herhaalde spelen; reputatie is belangrijk; keerzijde is geloofwaardige dreiging
  • dwang vanuit sociale normen of regelgeving
  • kijken naar het collectieve belang (gezamenlijke opbrengst)
het maakt uit of spelers simultaan (gelijktijdig) of sequentieel (achtereenvolgens) beslissen.

Slide 14 - Tekstslide

zelfbinding, opgave 7.11b
bereiken coöperatieve strategie door zelfbinding:
A kiest voor coöperatief en houdt dat vol; B is ervan overtuigd dat als hij niet meewerkt A uiteindelijk hiermee zal stoppen (geloofwaardige dreiging)
of:
A en B kiezen beide voor coöperatief omdat ze weten dat als de één stopt, de ander dat ook meteen zal doen (geloofwaardige dreiging); het verlies cq winst  is voor beide partijen slechts eenmalig als het fout gaat

Slide 15 - Tekstslide

h.7.3: Prijzenoorlog

In een oligopolie (aanbieders houden elkaar scherp in de gaten) willen aanbieders liever niet op prijs concurreren: leidt tot een race-to-the-bottom.
Liever concurreren ze op product (productdifferentiatie) en afzet (schaalvoordelen).
Denk aan het bordspel: óf je eindigt allebei met een lage prijs en gelijk marktaandeel, óf met allebei marketing actief en ook gelijk marktaandeel. Als je marktaandeel toch niet groeit, kun je beter je prijs niet verlagen en geen marketing toepassen. Maar ja ...

Slide 16 - Tekstslide

Prijzenoorlog: 
uiteindelijk nadelig voor alle partijen
* de aanbieders verliezen omzet en zullen dat proberen goed te maken
* personeel zal inkomen moeten inleveren om omzetverlies op te vangen
* toeleveranciers zullen gedwongen worden voor een lagere prijs te leveren
* 'oerproducenten' (boeren) zullen de kostenverlaging als eerste schakel niet kunnen 'doorschuiven' en deels voor de prijzenoorlog opdraaien
* als aanbieders zijn omgevallen, ontstaat marktmacht en zullen de prijzen weer stijgen
* consumenten krijgen te maken met minder service en kleiner assortiment

Slide 17 - Tekstslide