1 kgt - chapitre 3 - nakijken intro, uitleg kloktijden

Vertaal de getallen 1 t/m 11 naar het Frans.
1 / 35
volgende
Slide 1: Open vraag
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vertaal de getallen 1 t/m 11 naar het Frans.

Slide 1 - Open vraag

Huiswerk - exercice 3 page 99
5. Wat zeg je: als je in stilte aan het werk gaat?
A
On travaille en silence.
B
Vous avez les notes?
C
Attention!
D
Je ne comprends pas.

Slide 2 - Quizvraag

PROGRAMME
  • Absentie
  • Terugblik: phrases-clés
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg - kloktijden - hele uren & kwart over
  • Oefenen

Slide 3 - Tekstslide

Chapitre 3 - le collège bouge!

Slide 4 - Tekstslide

PHRASES-CLÉS

Slide 5 - Tekstslide

Bonjour, comment ça va? Et tu habites où?

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent: "la cinquième"?
A
de eerste klas
B
de derde klas
C
de tweede klas
D
de vierde klas

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent:
Tu es en quelle classe?

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent:
Je suis en cinquième.

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent: "Quelle heure est-il?"
A
In welke klas zit jij?
B
Hoelaat begin jij vandaag?
C
Hoelaat is het?
D
Hoelaat heb jij wiskunde?

Slide 10 - Quizvraag

HUISWERK NAKIJKEN

OPDRACHT 2B page 99
élève
cours
prof
collège
cantine
Na de basisschool ga je naar de ...
Hier eet je tijdens de pauze.
Je volgt er verschillende op een dag
Deze persoon staat voor de klas.
Dit ben je zelf op school.

Slide 11 - Sleepvraag

Huiswerk - exercice 3 page 99
1. Wat zeg je: als je wilt weten of er huiswerk is?
A
C'est quand le contrôle?
B
Je ne comprends pas
C
On a des devoirs?
D
On travaille en silence.

Slide 12 - Quizvraag

Huiswerk - exercice 3 page 99
2. Wat zeg je: als je graag je cijfer wilt weten?
A
C'est quand le contrôle?
B
Vous avez les notes?
C
Attention!
D
On travaille en silence.

Slide 13 - Quizvraag

Huiswerk - exercice 3 page 99
3. Wat zeg je: als je wilt weten wanneer het proefwerk is?
A
C'est quand le contrôle?
B
Vous avez les notes?
C
Attention!
D
On travaille en silence.

Slide 14 - Quizvraag

Huiswerk - exercice 3 page 99
4. Wat zeg je: als iemand op moet letten.
A
C'est quand le contrôle?
B
Vous avez les notes?
C
Attention!
D
Attention!

Slide 15 - Quizvraag

Les heures
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?

Slide 16 - Tekstslide

Les nombres jusqu'à 11
1 = un
2 = deux
3 = trois
4 = quatre
5 = cinq
6 = six
7 = sept
8 = huit
9 = neuf
10 = dix
11 = onze

Slide 17 - Tekstslide

Hele uren
il est deux heures
HELE UREN
il est quatre heures
il est huit heures
Het is .. uur = il est .. heure(s)

Slide 18 - Tekstslide

Hele uren
HELE UREN
Als het 1 uur is, schrijf je ''heure'' zonder 's'!

Il est trois heures = Het is drie uur
Il est une heure = Het is één uur
il est une heure

Slide 19 - Tekstslide

Hele uren
HELE UREN
Let op:

Het is 12 uur 's middags = il est midi
Het is 12 uur 's nachts = il est minuit 

Slide 20 - Tekstslide

Het is 8 uur
A
Il est sept heures
B
Il est huit heure
C
Il est huit heures
D
Il est six heures

Slide 21 - Quizvraag

Het is vijf uur
A
Il est six heures
B
Il est cinq heures
C
Il est quatre heures
D
Il est cinq heure

Slide 22 - Quizvraag

Het is 12 uur 's nachts
A
Il est midi
B
Il est minuit
C
Il est douze heures

Slide 23 - Quizvraag

Traduisez en français
Het is drie uur

Slide 24 - Open vraag

Vertaal de kloktijd naar het Frans:
het is één uur.

Slide 25 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is 12 uur 's middags.

Slide 26 - Open vraag

Kwart over = ..... et quart 
KWART OVER
il est deux heures et quart
il est cinq heures et quart
Het is kwart over ... = il est .. heure(s) et quart

Slide 27 - Tekstslide

Kwart over = ..... et quart 
KWART OVER
il est midi et quart
il est une heure et quart

Slide 28 - Tekstslide

Het is kwart over 8.
A
Il est huit heures
B
Il est huit heure et quart
C
Il est huit heures et quart
D
Il est sept heures et quart

Slide 29 - Quizvraag

Het is kwart over 3.
A
Il est deux heures et quart
B
Il est trois heures
C
Il est deux heures et quart
D
Il est trois heures et quart

Slide 30 - Quizvraag

Het is kwart over 1
A
Il est une heures et quart
B
Il est une heure et quart
C
Il est deux heures et quart
D
Il est onze heures et quart

Slide 31 - Quizvraag

Het is kwart over 12 's middags
A
Il est deux heures et quart
B
Il est douze heures et quart
C
Il est midi heures et quart
D
Il est midi et quart

Slide 32 - Quizvraag

Traduisez en français
het is kwart over zes .

Slide 33 - Open vraag

Ik snap de hele- en kwart over- uren in het Frans.
A
Oui
B
Non
C
Un petit peu

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide