Getallen en breuken 2

Getallen en breuken

Pak je Ipad en schriften

1 / 54

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Getallen en breuken

Pak je Ipad en schriften

Slide 1 - Tekstslide

Cijfer werkhouding

Aan het eind van ieder blok
Begint bij een 7
Huiswerk/Checkpoint
Hoe gedraag je je in de les

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

6290 ... 5310

Slide 4 - Quizvraag

8324 ... 976

Slide 5 - Quizvraag

8 - (4 + 3) =

Slide 6 - Open vraag

8 - (4 + 3) =

Slide 7 - Tekstslide

8 + 3 \cdot (9 - 7) =

Slide 8 - Open vraag

8 + 3 \cdot (9 - 7) =

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kan ongelijknamige breuken bij elkaar optellen
Je kan samengestelde breuken bij elkaar optellen

Slide 10 - Tekstslide

Breuken optellen

Slide 11 - Tekstslide

Breuken

Slide 12 - Tekstslide

Welke breuk is hetzelfde als

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 5 ​}

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke breuk is hetzelfde als

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 3 0 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​}

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Welke breuk is hetzelfde als

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 6 ​}

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Welke breuk is niet hetzelfde als

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 2 7 ​ ​}{​ 3 6 ​}

\frac{​ 3 5 ​ ​}{​ 6 0 ​}

\frac{​ 9 0 ​ ​}{​ 1 2 0 ​}

Slide 19 - Quizvraag

Breuken optellen

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​} =

Slide 20 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​} =

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 3 7 ​} + \frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 3 7 ​} =

Slide 21 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​} =

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 3 7 ​} + \frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 3 7 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 22 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​} =

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 3 7 ​} + \frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 3 7 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} =

Slide 23 - Tekstslide

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

Slide 24 - Open vraag

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

Slide 25 - Tekstslide

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} + \frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 8 ​} =

Slide 26 - Open vraag

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} + \frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 8 ​} =

Slide 27 - Tekstslide

Breuken optellen

Slide 28 - Tekstslide

Breuken optellen

Slide 29 - Tekstslide

Breuken optellen

Slide 30 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​} + \frac{​ 5 ​ ​}{​ 7 ​} =

Slide 31 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​} + \frac{​ 5 ​ ​}{​ 7 ​} =

3 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} + 2 \frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

Slide 32 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​} + \frac{​ 5 ​ ​}{​ 7 ​} =

5 \frac{​ 2 0 ​ ​}{​ 3 7 ​} + 9 \frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 3 7 ​} =

3 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} + 2 \frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

Slide 33 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​} + \frac{​ 5 ​ ​}{​ 7 ​} =

5 \frac{​ 2 0 ​ ​}{​ 3 7 ​} + 9 \frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 3 7 ​} =

3 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} + 2 \frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

2 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 1 ​} + 2 \frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 1 ​} =

Slide 34 - Tekstslide

Zelfstandig werken

15 minuten aan opgaven 1.0 getallen en breuken
Schrijf in je kladschrift
Overleg met je buurman/buurvrouw
Steek je vinger op als je een vraag hebt of klaar bent

Slide 35 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kan getallen op de juiste plaats in de positietabel zetten
Je weet hoe je grote getallen uit moet spreken

Slide 36 - Tekstslide

Positietabel

E = eenheden

T = tientallen

H = honderdtallen

D = duizendtallen

TD = tienduizendtallen

HD = honderdduizendtallen

Slide 37 - Tekstslide

Positietabel

E = eenheden 234567

T = tientallen

H = honderdtallen

D = duizendtallen

TD = tienduizendtallen

HD = honderdduizendtallen

Slide 38 - Tekstslide

Positietabel

E = eenheden 234567

T = tientallen

H = honderdtallen

D = duizendtallen

TD = tienduizendtallen

HD = honderdduizendtallen

Slide 39 - Tekstslide

Welk cijfer staat op de plek van de tienduizendtallen in 956.428?

Slide 40 - Quizvraag

Welk cijfer staat op de plek van de eenheden in 956.428?

Slide 41 - Quizvraag

Grote getallen

Miljoen =

Miljard =

Biljoen =

Slide 42 - Tekstslide

Grote getallen

Miljoen = 1.000.000

Miljard =

Biljoen =

Slide 43 - Tekstslide

Grote getallen

Miljoen = 1.000.000

Miljard = 1.000.000.000

Biljoen =

Slide 44 - Tekstslide

Grote getallen

Miljoen = 1.000.000

Miljard = 1.000.000.000

Biljoen = 1.000.000.000.000

Slide 45 - Tekstslide

Welk getal is 14.000.000.000?

14 miljoen

14 miljard

14 biljoen

14 biljard

Slide 46 - Quizvraag

Welk getal is 937.000?

937 honderd

937 duizend

9,37 miljoen

937 miljoen

Slide 47 - Quizvraag

Decimale getallen

Decimale getallen zijn kommagetallen

5,9782 heeft 4 decimalen (getallen achter de komma)

Het eerste getal achter de komma heet de tienden

Het tweede, de honderdsten

Het derde, de duizendsten

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Welk cijfer weergeeft de honderdsten in 501,3248?

Slide 50 - Quizvraag

Welk cijfer weergeeft de honderdsten in 501,3248?

Slide 51 - Tekstslide

Welk cijfer weergeeft de tientallen in 70.562,89?

Slide 52 - Quizvraag

Welk cijfer weergeeft de honderdsten in 70.562,89?

Slide 53 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Werk aan opgaven 1.1 cijfers en getallen
Schrijf in je kladschrift
Overleg met je buurman/buurvrouw
Steek je vinger op als je een vraag hebt of klaar bent

Slide 54 - Tekstslide

Getallen en breuken 2

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Quizvraag

Slide 47 - Quizvraag

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Quizvraag

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Quizvraag

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Cijfers en getallen

Rekenen met breuken

H3.4 Decimaal getal en breuken

H3.4 Decimaal getal en breuken

Rekenblokken GT 2F les 2 - Oriëntatie

Rekenen 2F Grote getallen 1 & 2

Hoe studeer ik wiskunde?

Hoe studeer je G6 en G7