autonomie en coping

Autonomie en Coping
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Autonomie en Coping

Slide 1 - Tekstslide

Autonomie
Autonomie verwijst naar zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Het recht om zelf te bepalen wat er gaat gebeuren 

Slide 2 - Tekstslide

Weetjes: Er zijn 22 (!) definities van autonomie. (bron: encyclo.nl)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat valt niet onder autonomie?
A
Zelfstandigheid
B
Eigen regie
C
Afhankelijkheid
D
Eigen keuzes maken

Slide 6 - Quizvraag

Wat is volgens jou het verschil tussen afhankelijk zijn
en afhankelijk gedrag?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Coping

Slide 10 - Tekstslide

Verliessituatie zorgvrager
  • deel van hun gezondheid of van een lichaamsfunctie
  • verhuizen naar een zorginstelling,
  • werkloos raken,  financiële positie kan veranderen
  • sommige zorgvragers weten dat ze spoedig zullen sterven
  • tijdelijk niet kunnen voorzien in de zelfzorgbehoeften  

Slide 11 - Tekstslide

Begeleiden bij emotionele verwerking
Als verpleegkundige kun je de zorgvrager steunen en begeleiden bij het uiten van en omgaan met deze emoties. Je kunt begeleiden door:

  • reacties op verlies te signaleren
  • troosten
  • in gaan op reacties van de zorgvrager
  • een helpend gesprek te voeren
  • empathisch (begripvol) 
  • respectvol te zijn

Slide 12 - Tekstslide

Verliessituatie
Verandering van:
  • Levensperspectief
  • Zelfbeeld

Slide 13 - Tekstslide

Coping
Copingstrategieën zijn de reacties van de zorgvrager op stress door de verliessituatie.
Coping is het Engelse woord voor ‘iets aankunnen’, ‘ergens mee om leren gaan’.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

voorbeelden van copingmechanisme

Slide 16 - Tekstslide

Emotiegerichte copingstijl
Emoties onder controle krijgen.
 Voorbeelden:

  • steun zoeken of getroost willen worden;
  • je gevoelens uiten door te huilen of te schreeuwen;
  • het probleem vermijden door er juist niet over te praten;
  • afleiding zoeken in muziek of gezelschap;
  • net doen alsof er niets aan de hand is (ontkenning);
  • je eigen situatie vergelijken met die van mensen die nog slechter af zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Probleemgerichte copingstijl
De oorzaak van de stress aanpakken. 
Voorbeelden:

  • naar de dokter gaan zodra je je ziek voelt;
  • je houden aan medische voorschriften;
  • medicijnen op tijd innemen;
  • je houden aan dieetvoorschriften;
  • informatie zoeken om meer inzicht te krijgen in de situatie op internet, in boeken, bij patiëntenverenigingen;
  • hulpmiddelen aanvragen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
Maak de opdracht individueel:
Beschrijf een verliessituatie 
Hoe ben jij omgegaan met die verliessituatie?
Welke copingsmenchanisme heb je gebruikt?
Wat vind je van je eigen copingsmechanisme?


Slide 20 - Tekstslide