Cursus 5 paragraaf 1

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Cursus 5
herhaling grammatica
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Cursus 5
herhaling grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan een lidwoord in de zin herkennen.
Ik kan zelfstandige naamwoorden in de zin aanwijzen.
Ik kan de werkwoorden aanwijzen in de zin. 

Slide 2 - Tekstslide

Woordsoorten
Woorden van een zin kan je indelen in woordsoorten.

We gaan kijken naar soorten woorden

Slide 3 - Tekstslide

Lidwoord
de
het
een

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf de drie lidwoorden op

Slide 5 - Open vraag

Zelfstandig naamwoord
mensen, dieren, dingen, planten

je kan er meestal een lidwoord voor zetten: de lucht, het boek
namen zijn ook zelfstandige naamwoorden: Karin, Disney, Noordik, Vroomshoop, Overijssel

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf drie zelfstandige naamwoorden op

Slide 7 - Open vraag

Hij toonde een kaart met de route van de orkaan.

lw = 
zn = 

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoord
Een werkwoord is een woord dat aangeeft wat je doet. 

Met andere woorden: een werkwoord geeft een activiteit aan.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf drie werkwoorden op

Slide 10 - Open vraag

De trainer kiest een opvallende opstelling tegen Duitsland.

Slide 11 - Open vraag

Het hout in de kachel brandt goed.

Hoeveel zelfstandige naamwoorden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag

In een tweetal 
Van wat voor soort muziek houd jij? 
Geef antwoord in een hele zin van ten minste zes woorden. Noteer welke woorden in jouw zin een lidwoord, een werkwoord of een zelfstandig naamwoord zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Doe het zo
Jouw zin
Lw =
Zn=
ww=

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maak $ 1 van cursus 5.
Minimaal 60%
Klaar? Pak je leesboek en ga stil lezen

Slide 15 - Tekstslide