Communicatie week 2 - informatief en motiverend gesprek

Communicatie week 2
Periode 4


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Ondernemend GedragMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Communicatie week 2
Periode 4


Slide 1 - Tekstslide

Les 1

Slide 2 - Tekstslide

Planning periode 4
Les Week 1: luisteren & tweegesprekken + alledaags gesprek
Meivakantie
Les Week 2: informatief gesprek & motiverend gesprek + oefenen met motiverend gesprek
Les Week 3: slecht nieuwsgesprek & weerstand + oefenen met slechtnieuws gesprek
Les Week 4: probleem verhelderend gesprek & groepsgesprekken + oefenen met probleem verhelderende gesprekken
Les Week 5: rollen en taken in groepsgesprek + oefenen met tweegesprek

Week 6 en 7: Praktijktoets.

Slide 3 - Tekstslide

Iemand met een actieve luisterhouding geeft verbale reacties, zoals 'hmm' of 'ja'.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Welke vaardigheid laat je hier zien?

Ik heb het idee dat je het niet lekker in je vel zit, je kijkt verdrietig en geeft korte antwoorden op mijn vragen. Klopt dit?
A
Parafraseren
B
Gevoelsreflectie

Slide 5 - Quizvraag

Bij een formeel tweegesprek tussen een cliënt en een (persoonlijk) begeleider neemt de (persoonlijk) begeleider de regie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat een alledaags gesprek is

Slide 7 - Open vraag

Een alledaags gesprek is een ....
A
Formeel gesprek
B
Informeel gesprek

Slide 8 - Quizvraag

Tweegesprekken
Dit zijn gesprekken tussen twee personen. 

Formele gesprekken: als (persoonlijk) begeleider voer je gesprekken met onder andere cliënten, hun naasten, mantelzorgers, andere disciplines en collega's. Deze gesprekken hebben een doel, zoals een probleem duidelijk krijgen of slecht nieuws over brengen.

Informele gesprekken: een gezellig praatje

Slide 9 - Tekstslide

Tweegesprekken
Opbouw:
  1. Voorbereiding
  2. Uitvoering
  3. Afronding

Voorwaarden:
  • Er is sprake van een vertrouwensrelatie.
  • Je kunt voldoende tijd vrijmaken voor het gesprek.
  • Je neemt de rol van gespreksleider aan.
  • De eigen regie ligt zoveel mogelijk bij de cliënt.



Slide 10 - Tekstslide

Wat vond je gemakkelijk aan het voeren van een alledaags gesprek?

Slide 11 - Woordweb

Wat vond je moeilijk aan het voeren van een alledaags gesprek?

Slide 12 - Woordweb

Wat weet je over een informatief gesprek?

Slide 13 - Woordweb

Informatief gesprek
Gesprek waarin de ene persoon (feitelijke) informatie geeft aan de andere persoon.

Verschillende vormen:
  • Preventiegesprek: een gesprek om maatregelen te nemen om iets te voorkomen.
  • Voorlichtingsgesprek: een gesprek om voorlichting te geven over een bepaald onderwerp.
  • Intakegesprek: een gesprek waarbij je de cliënt interviewt wanneer hij voor het eerst binnenkomt.


Slide 14 - Tekstslide

Informatief gesprek
De doelen van een informatief gesprek zijn:

  1. Relevante informatie verzamelen. 
  2. Gedragsverandering stimuleren. 
  3. Aan het denken zetten. 
  4. Oplossingen aanreiken en vragen beantwoorden.

Slide 15 - Tekstslide

Informatief gesprek
Aandachtspunten bij een informatief gesprek zijn:

  1. Ga na wat de cliënt al van het onderwerp weet, zo voorkom je onnodig lange verhalen of juist te beknopte informatie;
  2. Geef je boodschap slechts eenmaal;
  3. Zorg voor een goede opbouw van je verhaal;
  4. Geef de cliënt de ruimte om te reageren en vragen te stellen;
  5. Sluit aan bij het referentiekader van de cliënt;
  6. Geef de cliënt de tijd de informatie te verwerken, maak desnoods een vervolgafspraak;
  7. Sluit aan bij wat de cliënt echt wil weten en geef geen overbodige informatie;
  8. Gebruik de vaardigheden voor actief luisteren.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht informatief gesprek
Je gaat in tweetallen een voorlichtingsgesprek voeren

Bedenk een onderwerp waarover jij genoeg kennis heeft en je medestudent niet/minder.
        Denk bijvoorbeeld aan werkzaamheden op je werk, sport, rijbewijs, etc.

Neem de doelen en aandachtspunten door en voer minimaal 5 minuten een gesprek met elkaar. 

Daarna wissel je van rol.

Slide 17 - Tekstslide

Nabespreking
Wat ging er goed?

Wat was er lastig en heeft aandacht nodig? 

Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je over een motiverend gesprek?

Slide 19 - Woordweb

Motiverend gesprek (toets)
In een motiverend gesprek met een cliënt begeleid je hem bij het veranderen van gedrag. 

Denk aan gesprekken die de cliënt helpen te stoppen met roken, gezonder te leven of meer activiteiten te ondernemen. 

Het veranderen van gedrag is moeilijk, zeker voor oudere cliënten. Zelfs als ze het heel graag willen, vallen ze regelmatig terug in oud gedrag. Motiverende gesprekken helpen om weer door te gaan met het veranderen van gedrag.

Slide 20 - Tekstslide

Motiverend gesprek
De fasen van een motiverend gesprek zijn:

  1. Engageren: opbouwen vertrouwensrelatie
  2. Focussen: in samenspraak veranderdoel bepalen
  3. Ontlokken: de motivatie voor verandering bespreken
  4. Plannen: plan van aanpak maken over hoe verder

Slide 21 - Tekstslide

Motiverend gesprek
Aandachtspunten bij een motiverend gesprek:
  • Stel je gelijkwaardig op naar de cliënt: je bent zijn partner bij verandering.
  • Accepteer de cliënt, ook als hij terugvalt of wanneer hij iets niet wil of kan accepteren.
  • Toon medeleven (compassie) met de cliënt bij zijn beleving over de verandering.
  • Verleid de cliënt tot het onderzoeken van zijn motieven en gevoelens over de verandering. Het benoemen van zijn echte beweegredenen, helpt hem om te veranderen.
  • Bevestig het gedrag van de cliënt als het goed gaat. Anders gezegd: geef een compliment als hij weer een stap(je) vooruit heeft gemaakt.
  • Geef alleen informatie en advies na toestemming van de cliënt. Bied dit ook alleen aan als je merkt dat iemand vastloopt, en vraag dan bijvoorbeeld: 'Ik zie wel een mogelijkheid. Mag ik de mogelijkheid met u bespreken?'
  • Pas de vaardigheden van actief luisteren toe.






Slide 22 - Tekstslide

Opdracht motiverend gesprek
Een motiverend gesprek bestaat uit vier fasen. Bedenk in twee- of drietallen per fase minimaal 4 vragen die je zou kunnen stellen.

  1. Engageren: opbouwen vertrouwensrelatie
  2. Focussen: in samenspraak veranderdoel bepalen
  3. Ontlokken: de motivatie voor verandering bespreken
  4. Plannen: plan van aanpak maken over hoe verder

Slide 23 - Tekstslide

Nabespreking
Wat ging er goed?

Wat was er lastig?

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Digitale leeromgeving

Module 2 - Hoofdstuk 2
Opdracht 1 t/m 6 (al af?) + 11

Slide 25 - Tekstslide

Les 2

Slide 26 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Oefenen met motiverende gesprekken aan de hand van casussen + beoordelingsformulieren. 

Slide 27 - Tekstslide