les Vroege middeleeuwen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Huiswerk check

zijn opdracht 1 t/m 4, 7 en 9 van paragraaf 3 af?

Wat weten jullie nog van de Middeleeuwen?

De vroege middeleeuwen

Samenvatting les middeleeuwen

Paragraaf 1 t/m 4

Lesdoelen

• je kan uitleggen wat het leenstelsel is.

• je kan uitleggen hoe christenen mensen bekeerden in Europa.

• je kan uitleggen hoe het hofstelsel werkt.

• je kan beschrijven wat de rol van Mohammed was voor de islam.

Paragraaf 1.

Leenheren en Leenmannen.

Waarom was Karel de Grote gekroond door de paus?

1. Karel was de eerste christelijke koning.
2. Karel was het christendom aan het verspreiden.
3. Karel had de paus aan de macht in Rome gezet.
4. Karel en de paus hadden een romantische relatie.

Hoe werkte het leenstelsel?

1. leenmannen hadden een stuk land waar boeren halfvrij op leefden.
2. koningen lenen land aan heren om te laten besturen.
3. leenmannen lenen land aan leenheren om het door hun te laten besturen.
4. leenheren lenen land aan leenmannen om het door hun te laten besturen.

Europa was erg onveilig in de middeleeuwen, waarom was dit?

Paragraaf 2

Europa wordt christelijk.

Wat is een missionaris?

1. iemand die het geloof verspreid.
2. Iemand die een kerk bestuurd.
3. Iemand die in een klooster geschriften opschrijft.
4. ik wanneer ik een voldoende moet halen.

Wat zijn heidenen?

1. Arme mensen zonder bezit.
2. Mensen die in het christendom geloven.
3. mensen die niet in het christendom geloven.
4. Germanen, Galliërs, Slaven en Grieken.

Welk effect had het overnemen van feestdagen op het bekeren van mensen?

Paragraaf 3

Machtige heren, halfvrije boeren.

Waarom gaven boeren hun vrijheid op in de middeleeuwen?

Wat hield het in voor een boer om halfvrij te zijn?

1. Boeren bezitten maar de helft van hun land.
2. boeren hadden minder rechten dan andere groepen.
3. boeren werden horigen op een domein.
4. Boeren moesten een deel van hun inkomst opgeven.

Welke beschrijving hoort bij het hofstelsel?

1. boeren moesten herendiensten doen voor heren.
2. een economisch systeem met horigen op domeinen.
3. Een systeem van klassen: Boeren, Geestelijken en De Adel.
4. De eigenaar van heet land had heerlijke rechten.

Wat was de belangrijkste klasse in de middeleeuwen?

1. De Adel.
2. De Geestelijken.
3. De Boeren.
4. De middelklasse.

Paragraaf 4

De opkomst van de islam.

Wat was de rol van Mohammed in de islam?

1. Hij was de door Allah gekozen profeet.
2. Hij was de zoon van Allah.
3. Hij leidde de moslims uit Egypte en splitste de zee.
4. Hij was de opvolger van de Profeet en de eerste kalief.

Bij welke gebeurtenis begon de islamitische jaartelling?

1. Keizer Constantijn gaf godsdienstvrijheid aan de Moslims.
2. Mohammed werd verbannen uit mekka en vluchtte naar medina.
3. Mohammed zijn eerste visie.
4. De herovering van mekka door Mohammed.

Wat betekende jihad voor een Arabisch rijk?

Controle

hoe goed lukte het om de vragen te beantwoorden?

vragen over hoofdstuk 5

leerwerk

leer paragraaf 1 t/m 4 en werk aan huiswerk als dit nog niet af was.

Huiswerk: opdracht 1 t/m 4, 7 en 9 van paragraaf 3

Afsluiting