6.3 Krachten en beweging 2B Veilig rijden

Kracht & Beweging 
Hoofdstuk 6 - 2 Basis
Paragraaf 6.2 - Snelheid
Docent S.L. Kramer
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskNatuurkunde+1Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kracht & Beweging 
Hoofdstuk 6 - 2 Basis
Paragraaf 6.2 - Snelheid
Docent S.L. Kramer

Slide 1 - Tekstslide

2 Basis
Hoofdstuk 6 Kracht & Beweging

  1. Soorten krachten
  2. Snelheid
  3. Veilig rijden
  4. Veiligheid in het verkeer
  5. Beweging overbrengen

Slide 2 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden

LEERDOELEN 6.1
  • Je kunt een voorbeeld geven van een kracht waarvan je de uitwerking wel/niet kunt zien.
  • Uitleggen hoe een kracht de richting, de snelheid en vorm van een voorwerp kan veranderen.
  • Je kunt de kracht benoemen waarmee de aarde voorwerpen aantrekt.
  • Je kunt het verband geven tussen de zwaartekracht en de massa van een voorwerp.
  • Je kunt een ander woord geven voor zwaartekracht.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen de massa en het gewicht van een voorwerp.
  • (Je kunt vertellen hoeveel zwaartekracht er op een voorwerp van 1 kg werkt).
  • (Je kunt uitleggen hoe een krachtmeter werkt).
  • Je kunt de eenheid van kracht benoemen.
  • Je kunt verschillende soorten krachten benoemen

Slide 3 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden

LEERDOELEN 6.2
  • Je kunt de eenheid van snelheid benoemen.
  • Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen.
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een versnelde beweging, een eenparige beweging en een vertraagde beweging.

Slide 4 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden

LEERDOELEN 6.3
  • Je kunt uitleggen wat de remweg is.
  • Je kunt benoemen waarvan de remweg afhangt.
  • Je kunt uitleggen wat de reactietijd is.
  • Je kunt aangeven wat de gemiddelde reactietijd is.
  • Je kunt uitleggen wat de reactie-afstand is.
  • Je kunt uitleggen waarvan de reactie-afstand afhangt.
  • Je kunt uitleggen wat de stop-afstand is.
  • Je kunt de stop-afstand berekenen.

Slide 5 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden
Begrippen
  • Remweg
  • Reactietijd
  • Reactie-afstand
  • Stopafstand

Slide 6 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden
Remweg
Een motor rijdt langzaam door de straat. Plotseling rent een jongen achter een voetbal aan de straat op. De motor moet remmen. Hij staat na enkele meters stil. Als hij harder reed, zou hij minder snel stilstaan. Het remmen duurt langer als je harder rijdt. Je legt dan een grotere afstand af voordat je stilstaat. Je zegt: de remweg is langer. De remweg is de afstand die je nodig hebt tot je stilstaat.

Slide 7 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden
Remweg en snelheid

Je remweg is niet altijd even lang. Het belangrijkste voor de remweg is je snelheid.
In tabel 1 zie je dat de remweg van een auto te maken heeft met de snelheid. De remweg is gemeten bij verschillende snelheden van de auto. De snelheid staat in kilometer per uur (km/h). De remweg staat in meters (m).

Slide 8 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden
Reactietijd
De motorrijder ziet de jongen met de voetbal voor zich op de weg. Hij denkt: hier moet ik voor remmen. Een seconde later begint hij te remmen. De tijd tussen het zien en het reageren is 1 seconde. Dit noem je de reactie-tijd. Na de reactietijd gaat de motorrijder pas remmen.

Slide 9 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden
Langere reactietijd

Een reactietijd van 1 seconde is normaal. Soms reageer je langzamer. Dan is de reactietijd langer. Bijvoorbeeld:
• als je moe bent
• als je medicijnen, alcohol of drugs hebt gebruikt
• als je ouder wordt (oude mensen reageren langzamer dan jonge mensen)
• als je niet goed oplet of als je afgeleid bent
De reactietijd is niet altijd bij iedereen even groot. Het ligt aan de omstandigheden en aan de persoon.

Slide 10 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden
Reactie-afstand
Als je plotseling moet remmen, zijn twee dingen belangrijk:
• de reactietijd
• de snelheid
In de reactietijd rijdt de motorrijder nog even hard door en remt nog niet. De afstand die de motorrijder aflegt vóór hij begint te remmen, noem je de reactie-afstand. De reactie-afstand is de afstand die de motor aflegt in de reactietijd. 


Slide 11 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden
Stop-afstand
De motorrijder ziet de jongen met de voetbal de straat op lopen en remt zo snel mogelijk. Maar voor hij stilstaat, legt hij nog een afstand af. Die afstand kun je in twee stukken verdelen:
• de reactie-afstand
• de remweg
De afstand van deze twee samen noem je de stopafstand. 
stopafstand = reactie-afstand + remweg




Slide 12 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden
Onthouden!
De remweg hangt af van:
• de snelheid
• de remmen
• de massa
• het wegdek
• de banden
Het duurt altijd even voordat je remt. Dat is de reactietijd en is gemiddeld 1 seconde.
De reactie-afstand is de afstand die je aflegt in de reactietijd.
De reactie-afstand hangt af van de reactietijd en de snelheid.
stop-afstand = reactie-afstand + remweg








Slide 13 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden
Voorbeeld

De reactie-afstand van een motorrijder is 20 meter. Zijn remweg is 36 meter.

Wat is zijn stop-afstand?

stop-afstand = reactie-afstand + remweg
stop-afstand = 20 + 36 = 56 meter
De stop-afstand van de motorrijder is dus 56 meter.







Slide 14 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden

LEERDOELEN 6.3
  • Je kunt uitleggen wat de remweg is.
  • Je kunt benoemen waarvan de remweg afhangt.
  • Je kunt uitleggen wat de reactietijd is.
  • Je kunt aangeven wat de gemiddelde reactietijd is.
  • Je kunt uitleggen wat de reactie-afstand is.
  • Je kunt uitleggen waarvan de reactie-afstand afhangt.
  • Je kunt uitleggen wat de stop-afstand is.
  • Je kunt de stop-afstand berekenen.

Slide 15 - Tekstslide

2B - 6.3 Veilig rijden
Huiswerk

  • Maken vragen 1 tm 15 online, 
  • Lezen paragraaf 6.4 - Veiligheid in het verkeer

Slide 16 - Tekstslide