Herhaling rekenen H6

Programma
Berekenen.....
- Bruto- en nettowinst 
- Nettoloon 
- Afschrijving per jaar 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Programma
Berekenen.....
- Bruto- en nettowinst 
- Nettoloon 
- Afschrijving per jaar 

Slide 1 - Tekstslide

Van omzet naar nettoresultaat

-Afzet:  aantal verkochte producten

-Omzet:  geld dat binnenkomt uit de verkoop (EXCLUSIEF BTW)

WINSTBEREKENING:

Afzet  x verkoopprijs  =            Omzet

Afzet x inkoopprijs  =                Inkoopwaarde -

                                                       BRUTORESULTAAT

(huurpand, elektriciteit,          

personeelskosten)  =                Bedrijfskosten -

                                                       NETTORESULTAAT          





Slide 2 - Tekstslide

In een schema

3000 x 75,-          =  € 225.000,- 

3000 x 35,-          =  € 105.000,-     -

BRUTOWINST     =  € 120.000,- 

Bedrijfskosten  =  €   55.000,-      -

NETTOWINST     =  €   65.000,-

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeldsom

In de kantine van school worden worstenbroodjes verkocht. De volgende gegevens daarvan zijn bekend.

-afzet 125 stuks.
-Gemiddelde inkoopprijs per stuk is € 0,65,-
-Gemiddelde verkoopprijs per stuk is € 1,50,-
-Kosten schoonmaak € 8,-
-Overige kosten € 5,-
-Betaalde btw €39,38


Vraag:

Bereken de bruto- en nettowinst! (ALTIJD EXLCUSIEF BTW!)







Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel is de brutowinst?

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel is de nettowinst?

Slide 6 - Open vraag

UITWERKING

125 x 1,50,-          =  € 187,50 

125 x 0,65,-          =  € 81,25___     -

BRUTOWINST     =  € 106,25  

Bedrijfskosten  =  €   13,00__      -

NETTOWINST     =  €   93,25

Slide 7 - Tekstslide

Brutoloon

Loon wat je werkgever aan jou betaalt. Inclusief premies en belastingen.
Nettoloon

Loon wat je ontvangt. Exclusief premies en belastingen.

Slide 8 - Tekstslide

Belasting en premies

Stel je verdient € 3.600 (brutoloon).

De inhoudingen voor belasting en premies zijn:

Loonbelasting € 860 en premies € 420.


Wat houd je dan netto over?

Slide 9 - Tekstslide

Belasting en premies

Brutoloon:                        € 3.600

Loonbelasting                €     860 -

                                               € 2.740

Premies                              €    420 -

Nettoloon                          €2.320

Slide 10 - Tekstslide

Afschrijving per jaar

Slide 11 - Tekstslide

Afschrijving per jaar: (Aanschafwaarde - restwaarde) :aantal gebruiksjaren
(blz. 164)
Oefensom
Een school besluit om een busje aan te schaffen om leerlingen te kunnen vervoeren. 
- De bus wordt nieuw gekocht in de winkel voor € 9.500. 
- Na 8 jaar verwacht de school een nieuwe bus te moeten kopen. 
- De bus is na 8 jaar nog € 2.500 waard. 

Wat is de afschrijving per jaar?
  • (9.500 - 2.500) : 8 = €875,00

Slide 12 - Tekstslide

Nu jullie!
Een autofabriek wil moderniseren en koopt een nieuwe machine. De aanschaf waarde van deze machine is €100.000,-. Na 10 jaar willen ze de machine vervangen. De verwachten dan nog €31.000,- voor de machine te krijgen. 

Wat is de afschrijving per jaar?

Slide 13 - Tekstslide

De afschrijving per jaar is...

Slide 14 - Open vraag

Het juiste antwoord
(100.000 - 31.000) : 10 = € 6.900,- per jaar

Slide 15 - Tekstslide