6.3: De Europese Unie

6.3: De Europese Unie
Na het succes van de EG wilde Europese landen op meer terreinen samenwerken; de Europese Unie werd opgericht. Er zijn Europese wetten waar landen zich aan moeten houden. De afgelopen jaren is er kritiek gekomen op de groei van de macht van de EU, met de Brexit als voorlopig 'hoogtepunt'. 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.3: De Europese Unie
Na het succes van de EG wilde Europese landen op meer terreinen samenwerken; de Europese Unie werd opgericht. Er zijn Europese wetten waar landen zich aan moeten houden. De afgelopen jaren is er kritiek gekomen op de groei van de macht van de EU, met de Brexit als voorlopig 'hoogtepunt'. 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 6.3
3A: Je kunt uitleggen wat de belangrijkste redenen zijn waarom Europese landen gaan samenwerken in de Europese Unie.
3B: Je kunt uitleggen hoe het bestuur van de Europese Unie werkt.
3C: Je kunt het verschil uitleggen tussen nationale wetgeving en Europese wetgeving.
3D: Je kunt beargumenteren of je vóór of tegen een Europese superstaat bent.

Slide 2 - Tekstslide

EU en Euro (3A)
  • Oprichting Europese Unie (EU) door landen van de EG (1993)
  • Samenwerking op gebieden die meer dan één land aan gaan
  • Milieu, criminaliteit, verkeer, etc.
  • Start gezamenlijke muntunie, invoering euro in 2002
  • Sommige landen doen niet mee; behouden eigen munt

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Bestuur van de EU (3B)
  • Europese Commissie: Regering van EU, stelt wetten voor en zorgt voor uitvoer van wetten
  • Europees Parlement: iedere vijf jaar gekozen, totaal 705 zetels, beslist over wetten, uitgaven en controle commissie, geen recht van amendement
  • Circus Brussel-Straatsburg

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bestuur van de EU (3B)
  • Raad van Ministers: Alle ministers van alle lidstaten, enkel bij elkaar met (belangrijke) reden. Moeten ook elk nieuw wetsvoorstel goed- of afkeuren. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wetgeving (3C)
  • EU wetten gelden in alle lidstaten, belangrijker dan nationale wet
  • Geen wetten over specifieke lidstaten, enkel voor allen
  • VB: Data roaming in de EU
  • Lidstaat mag geen wet maken die in strijd is met een EU-wet, dan moet de wet van lidstaat worden aangepast

Slide 9 - Tekstslide

Superstaat? (3D)
  • Kritiek: EU heeft te veel invloed, gaat ten koste van eigen macht
  • Kritiek leidt tot Brexit; angst om grip op migratie te verliezen door mogelijkheid tot vrij reizen (Oost-Europeanen)
  • Via referendum uit EU
  • Nu aparte handelsverdragen, zorgt voor economische krimp GB

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bron: 1 Vandaag

Slide 13 - Tekstslide

Grensbewaking
A
Nationaal
B
Europees
C
Beide

Slide 14 - Quizvraag

Belastingheffing
A
Nationaal
B
Europees
C
Beide

Slide 15 - Quizvraag

Milieu wetgeving
A
Nationaal
B
Europees
C
Beide

Slide 16 - Quizvraag

Onderwijs
A
Nationaal
B
Europees
C
Beide

Slide 17 - Quizvraag

Cookie wetgeving
A
Nationaal
B
Europees
C
Beide

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de boodschap van de cartoon? Wat vind de maker van de Brexit?

Slide 19 - Open vraag

Stelling: Een Europese superstaat is een slecht idee.
Helemaal mee eens
Mee eens
Neutraal
Mee oneens
Helemaal mee oneens

Slide 20 - Poll

Aan de slag!
  • Opdrachten 6.3
  • Eerst 5 samen bespreken, daarna:
  • Verplicht: 3, 6, 7, 8,
  • Optioneel: 1, 2, 4, 5, 9
  • In werkboek of op laptop

Slide 21 - Tekstslide