19/6 Kaartje schrijven + woordenschat dag 5

19/6 Kaartje schrijven
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

19/6 Kaartje schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Nieuwe woorden leren
- Uitleg kaartje schrijven 
- Opdrachten maken
- Zelf een kaartje schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het einde van de les kun je een kaartje schrijven met een aanhef, afsluiting en je eigen adres.

Slide 3 - Tekstslide

Denken
Je hersenen laten werken

Werkwoord.

Dit is moeilijk dus ik moet even goed denken.
Ik denk aan mijn familie.

Slide 4 - Tekstslide

Als
Op dat moment


Als je niet luistert, snap je het niet.

Als je naar Amsterdam gaat, moet je naar het museum gaan.

Slide 5 - Tekstslide

Superlief
Heel erg lief en aardig


Mijn vriendin is superlief

Slide 6 - Tekstslide

Thema 11

Slide 7 - Tekstslide

Optreden
Een voorstelling geven.
In het openbaar spreken.

Werkwoord.

Ik ga morgen optreden met mijn band.

Slide 8 - Tekstslide

De planning
Een overzicht waarin staat wanneer dingen gedaan moeten worden


Ik ga een planning maken met al mijn huiswerk

Slide 9 - Tekstslide

Uitgebreid
Heel veel, groot


Ik ga uitgebreid vertellen over mijn hobby.
We gaan vandaag uitgebreid ontbijten.

Slide 10 - Tekstslide

19/6 Kaartje schrijven

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Kaartje schrijven
Op een kaartje schrijf je een kort berichtje.

Je begint altijd met een aanhef
en eindigt met een afsluiting

Slide 13 - Tekstslide

Aanhef
Hallo ............... ,
Hoi .............. , 
Lieve ................., 
Beste ................ , 

dan de naam van de persoon naar wie je het kaartje stuurt.

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting
Groetjes, 
...............................

Groeten,
....................................

En dan jouw naam.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk!
  • Maak de opdrachten op jouw papier.
  • Klaar? Inleveren
  • Dan krijg je een echt kaartje.
  • Schrijf een kaartje voor jou broer, zus, ouders, oom .........
  • Schrijf jouw adres. 

Slide 19 - Tekstslide