Congruentie

Congruentie
Je leert:
- naamvallen herkennen en vertalen
- wat congruentie is en hoe het werkt
- wanneer je us/a/um gebruikt
- wanneer je fortis gebruikt

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Congruentie
Je leert:
- naamvallen herkennen en vertalen
- wat congruentie is en hoe het werkt
- wanneer je us/a/um gebruikt
- wanneer je fortis gebruikt

Slide 1 - Tekstslide

Het zelfstandig naamwoord
- Een zelfstandig naamwoord kan worden verbogen volgens servus (m), femina (v) of bellum (o)
- Een zelfstandig naamwoord kan ook verbogen worden volgens rex (m/v) of nomen (o) 

Let op: een zelfstandig naamwoord kan maar volgens één rijtje gaan. 
Pocula kan dus alleen de nom/acc mv van poculum zijn (en dus niet gaan volgens femina)

Slide 2 - Tekstslide

Gebruik van het woordenboek
Kijk altijd goed naar de letter(s) achter het woord. Hier: i m

De tweede letter geeft aan hoe de genitivus eruit ziet: populi
Dit woord gaat dus volgens servus (servi)
De m geeft aan dat het een mannelijk woord is

Slide 3 - Tekstslide

Gebruik van het woordenboek
In dit geval is de nominativus praeda en de genitivus praedae
De f geeft aan dat het een vrouwelijk woord is
Dit woord gaat dus volgens femina

Slide 4 - Tekstslide

Gebruik van het woordenboek
Dit woord heeft als nominativus poculum en als genitivus poculi. De n geeft aan dat het onzijdig is (denk ook aan neutraal)

Dit woord komt ook voor als poclum. Het werkwoord poto (tussen haakjes) betekent 'drinken' en heeft er dus mee te maken

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik van het woordenboek
Het woord mens heeft als genitivus mentis
Het is een vrouwelijk woord (f)
Het gaat dus volgens rex

Slide 6 - Tekstslide

Ook mannelijke woorden kunnen volgens rex gaan
Ook het woord miles gaat volgens rex, aangezien de genitivus militis is 
Het is een mannelijk woord (m) 
De dativus zou dan dus zijn: militi of in het meervoud: militibus

Slide 7 - Tekstslide

De onzijdige variant van rex: nomen
Nomen gaat net als rex, alleen de nominativus en accusativus zijn anders
Let op: bij onzijdige woorden zijn de nom en de acc altijd hetzelfde
De accusativus van lumen is dus ook lumen

Je kunt aan de genitivus (-is) en de n (onzijdig) zien dat het volgens nomen
gaat. De dativus wordt dan: lumini (de stam verandert bij woorden zoals rex en nomen

Slide 8 - Tekstslide

Welke naamval + getal + geslacht is multitudo? (multitūdō, inis f)

Slide 9 - Open vraag

Modi is een ...?

(modus, ī m)
A
gen ev
B
dat ev
C
acc mv
D
abl mv

Slide 10 - Quizvraag

Negotia is een ...?

(neg-ōtium, ī n)
A
abl ev v
B
nom ev v
C
nom mv o
D
abl ev o

Slide 11 - Quizvraag

Lacrimae kan NIET zijn een ...?

lacrima (arch. lacruma), ae f
A
gen ev v
B
dat ev v
C
abl ev v
D
nom mv v

Slide 12 - Quizvraag

Zet onderstaand woord in de dativus mv
clāmor, ōris m (clamo)

Slide 13 - Open vraag

Zet onderstaand woord in de acc ev

carmen, inis n (verw. m. cano)

Slide 14 - Open vraag

servus
femina
bellum
rex
nomen
cōnsul, lis m
caput, pitis n
cōnsilium, ī n 
classis, is f 
audācia, ae f 
cibus, ī m

Slide 15 - Sleepvraag

Het vreselijke us-rijtje
Het vreselijke us-rijtje kun je als volgt herkennen in het woordenboek:





Dit rijtje hoef je niet uit je hoofd te kennen, maar je moet wel weten waar je het kunt vinden in het woordenboek

Slide 16 - Tekstslide

Als een woord volgens het vreselijke us-rijtje eindigt op een -u is het een ...?

(bijv. conspectu)
Tip!
Deze vorm onthouden scheelt je veel opzoekwerk!
A
gen ev
B
abl ev
C
dat ev
D
nom mv

Slide 17 - Quizvraag

En dan nu congruentie
Congruentie houdt in: een zelfstandig nw en een bijvoeglijk nw staan allebei in dezelfde naamval, getal en geslacht

Voorbeeld: puellae bonae (van/voor het goede meisje)
Voorbeeld: regis boni (van de goede koning)
Voorbeeld: regis fortis (van de sterke koning) 

De uitgangen zijn niet altijd hetzelfde. Hoe zit dit? 

Slide 18 - Tekstslide

Het bijvoeglijk nw
Een bijvoeglijk naamwoord kan altijd gaan via óf:
1. us/a/um
2. fortis/forte (m/v fortis, o forte)

In tegenstelling tot bij een znw kun je een mannelijk bijvoeglijk nw wel vrouwelijk of onzijdig maken.

Voorbeeld: bonum regem (m) en bonam puellam (v)

Slide 19 - Tekstslide

Het woordenboek gebruiken
Gaat volgens us/a/um


De combi -is, e geeft aan:
gaat volgens fortis

Slide 20 - Tekstslide

Wat geeft de -e achter fortis aan?

(fortis, e)

Slide 21 - Open vraag

In welk opzicht wijkt fortis af van rex?

Slide 22 - Open vraag

Bestudeer het overzicht
Vraag 1: wat geeft de -e in het woordenboek bij fortis aan?
Vraag 2: in welk opzicht wijkt fortis af van het rijtje van rex?

Slide 23 - Tekstslide

Congruentie
Als een znw en een bijv nw bij elkaar horen, moeten de volgende dingen hetzelfde zijn:
- naamval
- getal
- geslacht

Bepaal eerst naamval, getal en geslacht van het znw. Verbuig vervolgens het bijv nw volgens het goede rijtje

Slide 24 - Tekstslide

Maak congruerend:
clamorem (clarus)

(clāmor, ōris m)

Slide 25 - Open vraag

us/a/um
fortis/forte
bellus, a, um
barbarus
in-gēns, gen. gentis
aeger, gra, grum
civilis, e
carae

Slide 26 - Sleepvraag

Sleep het bnw naar het congruerende znw
vocis

(vōx, vōcis f)
matronam

(matrona, ae f)
gaudio

(gaudium, i n)
consilium

(consilium, i n)
omne

(omnis, e)
simili

(similis, e)
caram

(carus)
bonae

(bonus)

Slide 27 - Sleepvraag

Maak congruerend: igni (aestuosus)

(ignis, is m)

Slide 28 - Open vraag

Maak congruerend: puellas (fortis)

Slide 29 - Open vraag

Koppel de congruerende woorden.
cervīx, īcis f tergum, ī n 
draco, ōnis m
arvum, ī n
unguis, is m
ōs¹, ōris n




avidus, a, um 
fortis, e
longus, a, um
saevus, a, um
vacuus, a, um
insignis, e



terga
dracone
arvo
ungues
ora
cervicibus
avidos
fortem
longis
saeva
vacuo
insigni

Slide 30 - Sleepvraag

Hoe gaat het congrueren nu? Wat gaat nu beter en wat wil je eventueel nog leren?

Slide 31 - Open vraag