1-1 Introductieles en krachten

1.1 Krachten herkennen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zit 22 slide, met interactieve quiz en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.1 Krachten herkennen

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
  1. 1. Je kunt uitleggen wat krachten zijn. 
  2. 2. Je kunt uitleggen hoe je krachten kunt herkennen. 
  3. 3. je kunt 10 verschillende krachten noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Effecten van krachten
  • verandering van vorm (blijvend of tijdelijk)

  • verandering van snelheid 

  • verandering van richting

Slide 3 - Tekstslide

Aangrijpingspunt en richting - 1
2
1
3

Slide 4 - Tekstslide

1.2 Soorten krachten

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende soorten krachten
  • zwaartekracht Fz
  • veerkracht Fv

  • spankracht Fs
  • wrijvingskracht Fw
  • magnetische kracht Fm
  • elektrische kracht Fe

Slide 6 - Tekstslide

Zwaartekracht
Newton kreeg een geweldig idee toen hij een appeltje uit een boom zag vallen: hij stelde vast dat de appel zonder snelheid begon en dat die snelheid steeds groter werd. Volgens Newton zou er dus een kracht moeten werken die de appel versnelde.  
  
Op aarde werkt op elke kilogram massa een zwaartekracht van 9,8 N 
De formule voor de zwaartekracht luidt:  
Fz = m x g    
Fz de zwaartekracht in newtton (N)  
m de massa in kilogram (kg)  
g de zwaarektrachtscontante (op aarde 9,8 N/kg)

Slide 7 - Tekstslide

Veerkracht Fv
Als je een veerkrachtig materiaal indrukt of uittrekt, voel je dat het materiaal terug duwt of trekt. 
Dit is de veerkracht

Slide 8 - Tekstslide

Spankracht
Een strak gespannen touw of kabel kan een kracht overbrengen.

Slide 9 - Tekstslide

Spierkracht
Onstaat door het 
spannen van spieren

Slide 10 - Tekstslide

Magnetische kracht

Rond een magneet bevindt zich het magnetische veld.
Dit zorgt voor magnetische krachten.

Magnetische krachten kunnen afstoten of aantrekken.

Slide 11 - Tekstslide

Elektrische krachten
Statische elektriciteit ontstaat door wrijving.
Voorwerpen worden dan positief of negatief geladen.
Hierdoor ontstaan aantrekkende of afstotende krachten.

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten maken
  • Wat: lees paragraaf 1.1 en maak opgaven 1 t/m 6 van H 1.1 op blz. 6  & 7
  • Hoe: helemaal stil! muziek mag in!    
  • Hulp: Docent
  • Tijd:  ???? minuten lang    
  • Huiswerk: opdrachten 7 tm 10 van paragraaf 1.1    
  • Klaar?: ga bezig met paragraaf 1.2
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van een kracht
A
je kan een voorwerp van richting veranderen
B
Je kan een voorwerp vervormen
C
Je kan een voorwerp van snelheid veranderen
D
Je kan krachten zien

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de eenheid van kracht?
A
Watt
B
Newton
C
Centimeter
D
Newton per kilogram

Slide 15 - Quizvraag

De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt heet
A
Wrijvings- kracht
B
Zwaarte- kracht
C
Gravitatie- kracht
D
Span- kracht

Slide 16 - Quizvraag

Welk symbool geeft kracht aan in de natuurkunde?
A
B
B
P
C
K
D
F

Slide 17 - Quizvraag

Wat is NIET een effect van krachten:
A
Snelheid verhogen
B
Richting veranderen
C
Vorm veranderen
D
Voorwerpen aantrekken

Slide 18 - Quizvraag

Wat is NIET een soort kracht?
A
Spierkracht
B
Massakracht
C
Magnetische kracht
D
Veerkracht

Slide 19 - Quizvraag

In wat voor eenheid moet massa zijn om kracht te berekenen?
A
ton
B
kg
C
g
D
mg

Slide 20 - Quizvraag

Wat heb je
vandaag geleerd?


Slide 21 - Woordweb

lesdoelen
  1. 1. Je kunt uitleggen wat krachten zijn. 
  2. 2. Je kunt uitleggen hoe je krachten kunt herkennen. 
  3. 3.je kunt 10 verschillende krachten noemen.

Slide 22 - Tekstslide