Les 3

Welkom H2A
-Voorkennis activeren

-Lesstof bespreken

-Aan de slag
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom H2A
-Voorkennis activeren

-Lesstof bespreken

-Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Voordat wij beginnen...
Toetsweek

par 3, 4 & 5 van HFSK 5

Slide 2 - Tekstslide

Even kijken wat jullie van de vorige lessen hebben onthouden




Hoe gaan wij dat doen? Vragen beantwoorden via LessonUp!

Slide 3 - Tekstslide


Vul de LessonUp code in

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een goede definitie van de term´Modern Imperialisme´?
A
De Europese verovering van de Amerika´s
B
De imitatie van het Romeins Imperiale bestuur door moderne Europese landen
C
Een periode tussen 1870-1920 waar Europese landen grote gebieden in Afrika en Azië koloniseerden
D
De expansiedrift van Europese landen om Europese gebieden

Slide 5 - Quizvraag

Tussen de 16de en 19de eeuw werden de Amerika´s gekoloniseerd. Word deze periode meegerekend tot het Modern Imperialisme?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Het kolonialisme en de Industriële Revolutie hebben veel met elkaar te maken, want:
A
In de fabrieken in Europa werden producten gemaakt die op koloniën met veel winst verkocht werden
B
De Industriële Revolutie zorgde ervoor dat wij gebieden zoals NL-Indië konden gaan koloniseren
C
Het speelde allebei in dezelfde periode af
D
Vele koloniën hadden grondstoffen die voor de Industrie in Europa gebruikt konden worden

Slide 7 - Quizvraag

Vóór 1870 hadden veel Europese landen al koloniën in bezit. Het belangrijkste doel was om:
A
Grondstoffen te halen
B
Het christendom verspreiden
C
Te handelen in specerijen
D
Oorlog met andere landen te voeren

Slide 8 - Quizvraag

Voorbeelden van grondstoffen die uit Azie en Afrika werden gehaald waren:
A
Indigo, nootmuskaat
B
Bauxiet, quartz
C
IJzer, magnesium
D
Olie, rubber

Slide 9 - Quizvraag

Voor 1870 was er al een Europese aanwezigheid in Azië en Afrika. Dit beperkte zich tot:
A
Handelsposten langs de kust
B
Handelsposten die met andere Europese landen gedeeld werden
C
Steden aan de kust die door Europeanen zelf gebouwd werden
D
Handelsposten in het verre binnenland

Slide 10 - Quizvraag

Het land met de meeste koloniën tussen 1870-1920 was:
A
Nederland
B
Japan
C
Frankrijk
D
Groot-Brittannië

Slide 11 - Quizvraag

De grootste en belangrijkste kolonie van de Britten was:
A
Nieuw-Zeeland
B
Egypte
C
Zuid-Afrika
D
Brits-Indië (India, Pakistan etc.)

Slide 12 - Quizvraag

Wat wist men in 1870 over het continent Afrika?
A
Niemand was in die tijd geïnteresseerd in dat gebied
B
Heel veel, door Europese expedities naar het binnenland
C
Dat het kleiner was dan Europa
D
Heel weinig, alleen de kustgebieden waren bekend

Slide 13 - Quizvraag

Welke doorgang was (en is nog steeds) in de 19de eeuw heel belangrijk voor handel en transport?
A
De straat van Gibraltar (Spanje/Marokko)
B
Straat van Malacca (Indonesië/Maleisië)
C
Het Suez kanaal (Egypte)
D
Kaap de Goede Hoop (Zuid Afrika)

Slide 14 - Quizvraag

Op de Conferentie van Berlijn (1885) werd afgesproken hoe:
A
De grondstoffen van dit groot gebied in Europa verdeeld moet worden
B
Afrika geciviliseerd en geholpen moest worden
C
Afrika gekoloniseerd zou worden tussen Europese landen
D
Afrika door Europa en de VS gekoloniseerd zou worden

Slide 15 - Quizvraag

De Wedloop (verovering) van Afrika duurde ongeveer tot:
A
1914
B
1939
C
1900
D
1870

Slide 16 - Quizvraag

Par 5

Nederlanders in Indië

Slide 17 - Tekstslide

Tijdens de VOC tijd
VOC tijd > 16-18de eeuw

Economisch belang: specerijen

Gebieden onder controle: kleine handelsposten op Java

Slide 18 - Tekstslide

Ontstaan van NL-Indie
1799: VOC gaat failliet, NL´se staat neemt de bezittingen over

Kolonie NL-Indie ontstaat: grote gebieden worden veroverd door het Nederlandse leger

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Ga aan de slag

Maak opdracht 2 t/m 7 van par 5 (HFSK 5)

Laatste 5 minuten: afronden

Slide 21 - Tekstslide