Ga zelfstandig aan de slag met werkwoordstabellen:
1. In een wordbestand: Vul voor ieder werkwoord het rijtje van de
passé composé en de imparfait in. Hiermee zijn je tabellen af.
avoir, être, faire, aller, prendre, venir
2. Klaar? Lever de tabellen in via Teams
3. Zodra de antwoorden online komen, kijk je de tabellen zelf na.
4. Maak 2 opdrachten grammatica met de methode online: maak wat jij nodig hebt. kies uit:
Imparfait - Ch. 5, bron C, ex 13 en/of 14
Passé composé - Ch. 2, bron I, ex 30 en/of 31 en/of 32