Klas 2 week 38 les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

              Lesdoelen (buts)

Je leert woorden die te maken hebben met schoolspullen, nationaliteiten en activiteiten

Luisteren - Opschrijven - Leren

Geluidsniveau: STIL

Wat ga je doen?

Ga via Naslag naar

Arrêt Chapitre 1

Voca & Phrases-clés E 

Frans-Nederlands

* Luister naar de uitspraak

* Noteer de woorden/zinnen F-N in je schrift 

* Oefen in blokjes van 5

* Zet een * voor woorden/zinnen die je nog niet kent en herhaal deze

Aandachtspunten weektaak

Weektaak vorige week: hoe ging dat?

Bij exercice 19 van chapitre 1 zie je een (blauw) linkje naar een Word-bestand. Als  je deze ingevuld hebt, bewaar je deze (in een mapje?)

Lesdoelen/buts

Aan het eind van de les:

- weet ik waar ik op moet letten bij het maken van de te maken weektaak

- Heb ik een instructiefilmpje gezien over de passé composé, aantekeningen gemaakt en deze tijd toegepast/geoefend

Qu'est-ce qu'on va faire?

We gaan een instructiefilmpje bekijken over het gebruik van de passé composé.

TIP: maak aantekeningen

Daarna gaan we de passé composé toepassen/oefenen

grandeslignes.digitaal.noordhoff.nl

Welkom!

Log je in?

Voornaam + eerste letter achternaam

Doe actief mee!

Mon frère (travailler) dans un magasin

1. as travaillé
2. ont travaillé
3. avons travaillé
4. a travaillé

Un jour nous (visiter) un musée

1. a visité
2. ont visité
3. avons visité
4. ai visité

Mes parents (aimer) la ville

1. ont aimé
2. a aimé
3. avons aimé
4. avez aimé

Patricia (manger) des frites

1. ont mangé
2. avons mangé
3. a mangé
4. ai mangé

Questions? 

Ken je het hele rijtje van avoir (présent)?

Zo niet, noteer dit op jouw DPF om te herhalen

grandeslignes.digitaal.noordhoff.nl

Ik heb een ijsje gehad =
Je (avoir) une glace

1. je suis avoir
2. je suis été
3. j'ai eu
4. je suis eu

Hij is in Italië geweest =
Il (être) en Italie

1. Il est été
2. il a été
3. il a eu
4. il est eu

Wij hebben een reis gemaakt =
Nous (fait) un voyage

1. Nous faité un voyage
2. Nous fairé un voyage
3. Nous sommes fait un voyage
4. Nous avons fait un voyage

Questions? 

Ken je de onregelmatige vormen van de passé composé van être - avoir - faire?

Zo niet, noteer dit op jouw DPF om te herhalen

Avez-vous des questions ?

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak

In stilte werken zolang de timer loopt.

Lesdoelen/buts

behaald?

Aan het eind van de les:

- weet ik waar ik op moet letten bij het maken van de te maken weektaak

- Heb ik een instructiefilmpje gezien over de passé composé, aantekeningen gemaakt en deze tijd toegepast/geoefend

Moet ik nog iets noteren op mijn DPF?