13-12-2023 chapter 3 - grammar 5

Chapter 3; showbizz
Leerdoel:
- ik ken het verschil tussen adjectives en adverbs en ik kan deze goed toepassen in Engels zinnen.


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapter 3; showbizz
Leerdoel:
- ik ken het verschil tussen adjectives en adverbs en ik kan deze goed toepassen in Engels zinnen.


Slide 1 - Tekstslide

Chapter 3; Showbizz
Programme:
Did you do/learn your homework? 
- Grammar 5; adjectives and adverbs

Slide 2 - Tekstslide

Chapter 3; Showbizz
Fill in the correct linking word:
1. My grandma is still very active, __________ she is very old.
2. She was late _____________ she forgot to set her alarm clock.
3. I don't like him much, __________ I hate him. 
4. Their car was bigger and ___________ more comfortable.
5. My mother bought me a present ________ my sister.
6. I want to go to the party, _________ I'm so tired.

a. in fact / b. as well as / c. although / d. but / e. because 
/ f. therefore


Slide 3 - Tekstslide

Chapter 3; Showbizz
Exercises 30; check your answers


Slide 4 - Tekstslide

een adjective zegt iets over een:

Slide 5 - Open vraag

Een adverb zegt iets over:

Slide 6 - Open vraag

Je maakt een adverb door:

Slide 7 - Open vraag


Which one is the adjective?
A
Beautiful
B
Well
C
Normally
D
Wonderfully

Slide 8 - Quizvraag

Chapter 3; Showbizz
Spellingregels voor adverbs:
- eindigt een adjective op dan wordt dit: -ily
 bijv. easy - easily
- eindigt een adjective op le dan wordt dit: ly
bijv. terrible - terribly
- eindigt een adjective op ic dan wordt dit: ically
bijv. basic - basically

Slide 9 - Tekstslide

Na de volgende werkwoorden krijg je altijd een adjective ipv een adverb:
- to be
- to seem
- to look

Slide 10 - Tekstslide

Irregular adverbs
Adverb = adjective
- fast - fast               low - low
- long - long            
- hard - hard

different forms:
good - well

Slide 11 - Tekstslide

Chapter 3; Showbizz
Now make adverbs of the following adjectives:
- slow
- quick
- pretty
- bad
- gentle
- scientific

Slide 12 - Tekstslide


Max is a ... singer.
A
Good
B
Well

Slide 13 - Quizvraag


This hamburger looks ...
A
delicious
B
deliciously

Slide 14 - Quizvraag


I think a Friesian horse is ...
A
Beautiful
B
Beautifully

Slide 15 - Quizvraag


You can ... open the box.
A
Easy
B
Easily
C
Easyly

Slide 16 - Quizvraag


He drives the car ...
A
Carefully
B
Careful

Slide 17 - Quizvraag


Jamie Oliver cooks ...
A
Fantastic
B
Fantasticly
C
Fantastically

Slide 18 - Quizvraag


Madonna is a ... singer.
A
Terribly
B
Terrible

Slide 19 - Quizvraag


That pizza smells ...
A
Nicely
B
Nice

Slide 20 - Quizvraag

Wat vind je nog moeilijk over adjectives en adverbs?

Slide 21 - Open vraag

Homework
- Repeat words A, C and Theme Words 'showbizz and entertainment'
- Learn irregular verbs 40 - end of the list
- do exercises 30a, 30b and 30c

Slide 22 - Tekstslide