3.2 Europa wordt Christelijk

Tijdvak 3: De Tijd van Monniken en Ridders
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 3: De Tijd van Monniken en Ridders

Slide 1 - Tekstslide

De tijd van monniken en ridders loopt van ...............tot....................
A
400-500
B
500-1000
C
0-500
D
500-1500

Slide 2 - Quizvraag

Karel de Grote regeerde over......
A
heel Europa
B
bijna heel West-Europa
C
bijna heel Oost-Europa
D
Europa en het Midden-Oosten

Slide 3 - Quizvraag

Waarom gingen de Vikingen op plundertocht?
A
Dat moest van de koning
B
Scandinavie was overvol en er was niet genoeg voedsel.
C
In Scandinavie was het te koud.
D
Ze waren bang voor de goden.

Slide 4 - Quizvraag

Waarom stopten de Viking-aanvallen?
A
Ze werden christelijk en hielden zich meer bezig met handel.
B
Ze werden verslagen door Karel de Grote.
C
Ze durfden de zee niet meer op.
D
Ze mochten niet meer van hun vrouwen.

Slide 5 - Quizvraag

Bekijk de bron. Waar hoort Karel de Grote bij?
A
Leenheer
B
Achterleenman
C
Leenman
D
Horigen

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 8 - Tekstslide

West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk

Slide 9 - Tekstslide

Volksverhuizingen
  • Germaanse stammen trekken het Romeinse Rijk binnen
  • Plunderen
  • Keizer wordt afgezet
  • Germaanse volken krijgen de macht

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De Middeleeuwen
Wat weten we al?

Slide 12 - Woordweb

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥

Slide 13 - Tekstslide

3.1 Leenheren en leenmannen
Frank
Geschiedenis | 3.2 Europa wordt Christelijk
  • De Romeinen hadden meerdere goden 
     
  • Na de val van het Romeinse Rijk verdween deze godsdienst
     
  • In de middeleeuwen verspreidde het Christendom door heel Europa

Slide 14 - Tekstslide

3.1 Leenheren en leenmannen
Frank
Geschiedenis | 3.2 Europa wordt Christelijk
Verspreiding van het Christendom
  • De belangrijkste persoon in het Christendom was de Paus
     
  • Hij gaf in 690 missionarissen de opdracht om het christendom te verspreiden in Midden- en Noord Nederland 
     
  • Zuid Nederland was al eerder bekeerd tot het christendom.  De leider van de missionarissen in Nederland was Willibrord

Slide 15 - Tekstslide

3.1 Leenheren en leenmannen
Frank
Geschiedenis | 3.2 Europa wordt Christelijk
  • Veel Germanen in Nederland geloofden nog in meerdere goden. De missionarissen noemden hen heidenen
     
  • De Germanen kwamen in opstand en staken de kerken van de missionarissen in brand
     
  • In het jaar 1000 was bijna heel Europa bekeerd tot het christendom.  

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video


Vermenging van culturen

  • De Germaanse cultuur mengt met de christelijke cultuur
    - Zo overtuigde ze de Germanen om christen te worden.

  • Oude Germaanse feesten veranderen in christelijke feesten

Slide 19 - Tekstslide

Vermenging van Culturen
  • Germaanse tradities blijven bestaan
  - Woensdag, Donderdag, Vrijdag --> Vernoemd naar Germaanse goden
  - Kerstmis --> Geboorte van Jezus & Midwinterfeest (25 december)
Daarom de 'Kerstboom'
  - Pasen --> Sterfdag Jezus & Lentefeest - Daarom 'eieren zoeken' en 'paashaas'

Slide 20 - Tekstslide

Invloedrijke geestelijken
Belangrijke Hoge geestelijken: paus en de bisschop(pen)

Lage geestelijken: priester, monnik of non

Slide 21 - Tekstslide



Leven in een klooster



  • In een klooster werd veel gebeden door de monniken en nonnen, maar ze werkten ook hard, bijvoorbeeld op het land.
  • Daarnaast verzorgden zij de zieken en hielpen mensen bij hun geloof in God.
  • In de kloosters werden soms ook oude boeken overgeschreven.




Slide 22 - Tekstslide

Invloedrijke geestelijken
  • Geestelijken konden als enige lezen en schrijven.
  • Zij konden alleen over het geloof vertellen (konden Bijbel lezen).

Door deze beide oorzaken kregen zij veel macht

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Wat was de oorzaak achter het succes van de missionarissen in Europa?
A
Missionarissen bekeerden Germaanse stammen.
B
Missionarissen deden niet aan seks.
C
Missionarissen bidden heel hard, dat helpt.
D
Missionarissen werden gesteund en beschermd door Frankische koningen, waardoor ze vrij en veilig konden reizen.

Slide 25 - Quizvraag

Missionarissen zijn...
A
Geestelijken die de paus helpen
B
Geestelijken die mensen bekeren tot het Christendom
C
Geestelijken die de Bijbel overschrijven voor de Paus
D
Hulpjes van de paus

Slide 26 - Quizvraag


➤Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’? 
Kies het juiste antwoord.
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 27 - Quizvraag


➤Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag


Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. 

➤Waarom was dat zo? 
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 29 - Quizvraag


➤Woont de volgende persoon wel of niet in een klooster?

Paus
A
Wel
B
Niet

Slide 30 - Quizvraag