b2 Tien zintuigen van de mens

Planning 
Ga naar Lesson Up

  • Terugblik b1 het Zintuigstelsel blz 184 
  • Uitleg b2 de 10 zintuigen van de mens (10 min)
  • quiz vragen
  • opdrachten/huiswerk
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning 
Ga naar Lesson Up

  • Terugblik b1 het Zintuigstelsel blz 184 
  • Uitleg b2 de 10 zintuigen van de mens (10 min)
  • quiz vragen
  • opdrachten/huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik b1 Het zintuigstelsel
 Het zintuigstelsel (blz. 184-185)
Bij elke quizvraag krijg je 10 seconden!

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet het orgaanstelsel waartoe de zintuigen behoren?

Slide 3 - Open vraag

Hoe noemen we een invloed waarvoor een zintuig gevoelig is?
A
impuls
B
zenuw
C
prikkel

Slide 4 - Quizvraag

De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt heet de ...
A
Adequate prikkel
B
Gewenning
C
Drempelwaarde
D
Zintuig

Slide 5 - Quizvraag

Je werk in de bakkerij, na een tijdje ruik je het gebakken brood niet meer.
De drempelwaarde ging ...
A
omhoog
B
omlaag

Slide 6 - Quizvraag

Een zintuig met een hoge drempelwaarde
zal eerder reageren op een prikkel dan
een zintuig met een lage drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Je hebt de hele dag sokken aan. Toch voel je dit niet. Hoe komt het dat je dat niet waarneemt?
A
Gewenning
B
Motivatie
C
Hoe snel je hersenen een waarneming verwerken

Slide 8 - Quizvraag

B2: Tien zintuigen van de mens blz 188 - 191
Leerjaar 3
Mevrouw Rottier & Mevrouw van Brakel

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig 
       en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate 
       prikkels zijn.

  • Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de 
       reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze 
       werken en wat hun adequate prikkels zijn

Slide 10 - Tekstslide

Welke tien zintuigen ken je?

Slide 11 - Woordweb

Het gezichtszintuig bestaat uit een vlies van lichtgevoelige cellen. Dit noemen we het netvlies.
Het netvlies bevindt zich helemaal achterin de oogbol (blz. 188).

Slide 12 - Tekstslide

Het gehoorzintuig zit diep in je oor.
Het is is gevoelig voor geluid (= trillende lucht, blz. 188).

Slide 13 - Tekstslide

Gehoorzintuig 
Dit zintuig reageert op geluiden/trillingen

De zintuigcellen in het slakkenhuis sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt horen.

Adequate prikkel: Geluid/trilling

Slide 14 - Tekstslide

Het evenwichtszintuig zit achter je oor in een holte van de schedel. Het is gevoelig voor zwaartekracht (blz. 188).

Slide 15 - Tekstslide

Evenwichtszintuig
Het maakt gebruik van de zwaartekracht om de stand van je hoofd te meten zodat je rechtop blijft staan

Ook meet deze of je snel of langzaam gaat.

Slide 16 - Tekstslide

In de huid bevinden zich vijf verschillende typen zintuigen

Slide 17 - Tekstslide

Zintuigen in de huid 
* Koudezintuig: Reageert op lagere
   temperaturen, kou dus.
Warmtezintuig: Reageert op hoge 
   temperaturen, warmte dus
* Pijnpunten : Reageren op pijn en 
   schadelijke prikkels. Pijnpunten 
   zien er iets anders uit dan de  
   andere zintuigen in de huid.  
   Ze zitten ze niet alleen in de huid, maar  
   overal in het lichaam.

Slide 18 - Tekstslide

Lederhuid
Opperhuid

Slide 19 - Sleepvraag

Het reukzintuig bevindt zich hoog achterin de neusholte

Slide 20 - Tekstslide

Er bevinden zich vijf verschillende typen smaakzintuigcellen op de tong.
Welke vijf smaken kunnen wij onderscheiden?

Slide 21 - Tekstslide

Er bevinden zich vijf verschillende typen smaakzintuigcellen op de tong.
Welke vijf smaken kunnen wij onderscheiden?
zoet - zuur - zout - bitter - umami

Slide 22 - Tekstslide

Vier leerlingen doen een uitspraak over de afbeelding.
- Anja zegt dat in die afbeelding een deel van de tong is getekend.
- Boris zegt dat in die afbeelding een deel van de huid is getekend.
- Caspar zegt dat P een smaakknopje aangeeft.
- Diane zegt dat P een tastknopje aangeeft.

Welke leerlingen hebben gelijk?
A
Boris en Caspar
B
Boris en Casper
C
Anja en Diane
D
Anja en Caspar

Slide 23 - Quizvraag

Waar bevindt zich het evenwichtszintuig?
A
in je neusholte
B
in je oog
C
achter je oor
D
in de mond

Slide 24 - Quizvraag

Waar bevinden de reukzintuigcellen en de reukharen zich?
A
Onderin de neusholte in het neusslijmvlies
B
Bovenin de neusholte in het neusslijmvlies

Slide 25 - Quizvraag

Over welk onderdeel wil je extra uitleg?

Slide 26 - Poll

Aan de slag:
  • Maken opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 7 van basisstof 2 blz 192
  • Extra uitleg

KLAAR?

  • Maak online de Test Jezelf van basisstof 2
  • Begin zelfstandig aan basisstof 3 De ogen blz 195 & 196
  • Maak een samenvatting van b2

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Wat is een adequate prikkel
A
De prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
B
De kleinste prikkel die een zintuig kan waarnemen
C
Een prikkel waar het zintuig ongevoelig voor is
D
Een signaal dat via de zenuwen naar de hersenen gaat

Slide 29 - Quizvraag

Je loopt langs een pizzatent, maar je ruikt het niet, want je hebt geen honger. Je bent...
A
gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
B
gemotiveerd, drempelwaarde is laag
C
niet gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
D
niet gemotiveerd, drempelwaarde is laag

Slide 30 - Quizvraag