In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Spotprenten
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet je aan het einde van de les kunnen?
- Weet je wat een debat is en hoe het werkt.
- Voorbeelden kunnen geven van sterke en zwakke argumenten
- argumenteren aan de hand van het AUB-Model
- Argumenten weerleggen (tegenargument).
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij al over debatteren?
Slide 3 - Woordweb
Wat is een debat?
- Discussie over een onderwerp met een jury (soms met publiek).
- Verschillende vormen: ballon debat, klassiek debat (tegen elkaar), hotseat (één persoon tegen de groep).
- Doel: nadenken over het onderwerp met voordelen en nadelen.
Slide 4 - Tekstslide
Voorwaardes debat
- Regels: elkaar laten uitpraten, respectvol blijven tegenover de ander, gebruik maken van FEITEN en geen MENINGEN, Ingaan op de inhoud en niet op de persoon.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een argument?
Sterke argumenten: gebaseerd op feiten en zijn te controleren.
Zwakke argumenten: meningen, zijn vaak niet te controleren of het is niet zeker of de bewering wel écht klopt.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe maakt het AUB-model je argument sterk?
Wat is het AUB-model?
- A= argument
- U= uitleg
- B= bijvoorbeeld (het kunnen geven van een voorbeeld)
Slide 7 - Tekstslide
A
Slide 8 - Quizvraag
'Albert Heijn is een fijnere winkel dan de Jumbo.' Is dit een feit of een mening?