Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Le pronom personnel
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Slide 1 - Tekstslide
Voorbeeld in het Nederlands
Ik geef een cadeau.
Ik geef het.
Ken jij dievoetballer?
Ik ken hem.
Lijdend voorwerp vinden: wie of wat + ww + onderwerp
Slide 2 - Tekstslide
Je kan een lijdend voorwerp vervangen door le, la ,l' of les
mannelijk - le Tu connais le chanteur?
Oui, je le connais.
vrouwelijk - la Tu regardes la photo? Oui, je la regarde.
Slide 3 - Tekstslide
Je kan een lijdend voorwerp vervangen door le, la ,l' of les
voor een klinker of h - l' Tu as déjà son autographe?
Oui, je l'aidéjà.
meervoud - les Tu achètes les magazines? Oui, je les achète.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Beantwoord de vragen in het Frans. Vervang het zinsdeel dat tussen haakjes staat door een persoonlijk voornaamwoord. Denk ook aan de juiste plaats. 1 Ils ont vu (Stromae)? --> Oui, ....
Slide 6 - Open vraag
Beantwoord de vragen in het Frans. Vervang het zinsdeel dat tussen haakjes staat door een persoonlijk voornaamwoord. Denk ook aan de juiste plaats. 2 Tu vas acheter (les magazines people)? --> Non, ...
Slide 7 - Open vraag
Beantwoord de vragen in het Frans. Vervang het zinsdeel dat tussen haakjes staat door een persoonlijk voornaamwoord. Denk ook aan de juiste plaats. 3 Inès aime (le dernier album de Louane)? --> Oui, ...
Slide 8 - Open vraag
Je mange une glace.
A
Je le mange.
B
Je la mange.
C
Je l'mange.
D
Je les mange.
Slide 9 - Quizvraag
Je connais les filles.
A
Je le connais.
B
Je la connais.
C
Je l'connais
D
Je les connais.
Slide 10 - Quizvraag
J'ai rencontré le footballeur.
A
Je le ai rencontré.
B
Je la rencontré.
C
Je l'ai rencontré.
D
Je les ai rencontré.
Slide 11 - Quizvraag
De plaats in de zin
Staat er een heel werkwoord in de zin? Le, la, l', les voor dat werkwoord.
Tu vas rencontrer l'actrice? Oui, je vais larencontrer.
Slide 12 - Tekstslide
De plaats in de zin
Anders le, la, l', les direct vóór de persoonsvorm.
Tu achètes les magazines? Non, je ne lesachète pas.