5.4 De wereld na 1989

5.4 De wereld na 1989
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.4 De wereld na 1989

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt drie oorzaken en twee gevolgen noemen van de ineenstorting van het communisme in Oost-Europa en de Sovjet-Unie.
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen dat landen en mensen over de hele wereld steeds meer verbonden raken, bijvoorbeeld op politiek-bestuurlijk, economisch en cultureel gebied.
  • Je kunt twee problemen noemen waarmee de wereld tegenwoordig te maken heeft.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Westblok    -        Oostblok 

Slide 6 - Tekstslide

Oprichting NAVO (1949):
Bondgenootschap VS + West-Europese landen






Bondgenootschappen

Oprichting NAVO (1949):
VS + West-Europese landen



Oprichting Warschaupact (1955). SU + Oost-Europese landen 

Slide 7 - Tekstslide

Duitsland opgedeeld (1949)
  • Bondsrepubliek Duitsland (BRD)
     Westen

    --> onder invloed VS 
    --> kapitalistisch
  • Duitse Democratische Republiek (DDR) Oosten

    --> onder invloed SU
    --> communistisch 

Slide 8 - Tekstslide

1961:
bouw Berlijnse Muur
Gat IJzeren Gordijn dicht!

West-Berlijn eiland in Sovjet- Zone

Slide 9 - Tekstslide

5.4 De wereld na 1989

Slide 10 - Tekstslide

Tot 1989
Na 1989

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Mikhail Gorbatsjov
Nieuwe president SU 1985

Economie SU (+ andere Oostbloklanden) stond op instorten, bijna failliet

Hij wilde het communisme hervormen om zo de economie weer op gang te krijgen

Slide 16 - Tekstslide

  • Perestrojka:
hervorming economie
-> planeconomie versoepelen (privébedrijven mochten hun producten verkopen voor prijzen gebaseerd op vraag en aanbod)
 
  • Glasnost:
openheid om vrij eigen mening te geven, ook met kritiek op regering. Verandering grondwet (burgers betrekken bij bestuur door ze zelf in de deelrepublieken een eigen parlement/ president te laten kiezen)
+ samenwerken met het westen (SU kon wapenwedloop niet meer betalen)

Slide 17 - Tekstslide

Gevolgen
  • Gorbatsjov wil betere relatie met Westblok
  • ontmoetingen Reagan & Gorbatsjov
  • Sluiten van ontwapeningsverdragen 
  • 1989: einde Koude Oorlog

  •  Gorbatsjov wil dat zijn ideeën ook in andere Oostbloklanden worden ingevoerd. Deze landen willen, kunnen en durven dit niet.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Ideeën van Gorbatsjov niet populair bij regeringen Oostblok..

Maar wel bij het volk!
--> demonstraties 

 

Slide 20 - Tekstslide

Armoede ook in DDR; rijen voor winkels

Slide 21 - Tekstslide

Honecker (leider DDR) niet blij
  • wilde geen verandering
  • deed weinig om situatie te veranderen
    --> protesten/stakingen in DDR

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide



Gorbatsjov waarschuwt DDR:


SU helpt niet meer bij neerslaan demonstraties

Slide 24 - Tekstslide


Val van de Berlijnse Muur
9 november 1989

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

5.4 De wereld na 1989

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Totale ineenstorting 
van het communisme in Oost-Europa

  • 16 november 1989: communistische leider van Bulgarije wordt afgezet

  • 28 november 1989: communistische partij van Tjecho-Slowakije staat haar macht af

  • 25 december 1989: communistische leider Roemenië wordt terechtgesteld

  • april 1990: vrije verkiezingen in delen van Joegoslavië





Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Rusland na 1991
  • President Jeltsin
  • Kapitalisme: zorgt voor grote economische problemen t/m 1999
    ->  Poetin aan de macht
(Zorgde voor economische groei, na jarenlange economische problemen)

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Oost-Europa
Mensen willen meer vrijheid en welvaart. 
> Er ontstonden opstanden. De Sovjet-Unie greep niet in. 

Slide 35 - Tekstslide

Oost-Europa
Ook in Duitsland waren er protesten. In 1990 werd het weer 1 land. 

Slide 36 - Tekstslide

Sovjet-Unie 
Verschillende staten scheidden zich af van Rusland. 

Slide 37 - Tekstslide

Verenigde Staten
Bleef over als enige supermacht
> Voelden zich verantwoordelijk om orde en democratie naar de wereld te 'brengen'. Dit lukte niet.

Slide 38 - Tekstslide

Verenigde Staten
1. China kwam op als grootmacht
2. Landen zaten niet te wachten op democratie (bv. Afghanistan)
3. Mensen hadden geen behoefte aan bemoeizucht

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Globalisering
Landen hebben meer met elkaar te maken. 

Slide 41 - Tekstslide

Globalisering
Cultureel > Door televisie en internet zien mensen van elkaar hoe men zich gedraagt. > Trends zijn wereldwijd. 

Slide 42 - Tekstslide

Globalisering
Economisch > Ontwerp in hoogontwikkelde landen. Productie in lage loonlanden. 

Slide 43 - Tekstslide

Globalisering
Politiek > Landen moeten samenwerken en afspraken maken. 

Slide 44 - Tekstslide

Klimaatproblemen
Door opwarming verandert het klimaat. >
  • mislukte oogsten
  • overstromingen

Slide 45 - Tekstslide

Klimaatproblemen
  • Vanaf 1800 toename van broeikasgassen.
  • Azië en Afrika groeien en industrialiseren ook. 

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Arm en Rijk
Grote verschillen in welvaart. > 
Migratie.

Slide 48 - Tekstslide

Toch verbeteringen.
  • Minder mensen in extreme armoede.
  • Minder mensen gaan dood aan besmettelijke ziekten. 

Slide 49 - Tekstslide