Socialezekerheidsrecht 2024 - IOW, IAOW en IAOZ

Socialezekerheidsrecht
IOW, IAOW en IAOZ
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sociale zekerheidsrechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Socialezekerheidsrecht
IOW, IAOW en IAOZ

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling WW

Slide 2 - Tekstslide

Geef de 4 voorwaarden voor het recht op WW.

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent werkloos in de zin van de WW (2 onderdelen)?

Slide 4 - Open vraag

Hoelang duurt de basisuitkering van de WW maximaal?
A
zes maanden
B
vier maanden
C
drie maanden
D
een maand

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het percentage van het laatstverdiende loon bij de basisuitkering?
A
75%
B
de eerste twee maanden 75% en de derde maand 70%
C
70%
D
de eerste maand 75%, de tweede maand 70% en de derde maand 70%

Slide 6 - Quizvraag

Steve werkt sinds 1 maart 2023 in loondienst, dit is zijn eerste baan. Hij gaat van 1 augustus tot 1 september met vakantie, daarna wordt hij ontslagen per 1 oktober 2023.

Leg uit of Steve aan de wekeneis voldoet.

Slide 7 - Open vraag

Wat is de maximale duur van de (verlengde) uitkering van de WW?
A
12 maanden
B
24 maanden
C
36 maanden
D
tot pensioenleeftijd

Slide 8 - Quizvraag

Casus arbeidsverleden
Yara is geboren in 1970. In 1999 is zij begonnen met werken. Eind 2023 is zij ontslagen vanwege een reorganisatie. 
Bereken het arbeidsverleden van Yara. 
Bepaal daarna de duur van haar WW-uitkering.

Slide 9 - Tekstslide

Yara is geboren in 1970. In 1999 is zij begonnen met werken. Eind 2023 is zij ontslagen vanwege een reorganisatie.
Bereken het arbeidsverleden van Yara.
Bepaal daarna de duur van haar WW-uitkering.

Slide 10 - Open vraag

Antwoord arbeidsverleden
FICTIEF
0 in 1970
18 in  1988 TOT 1998 = 10 jaar FICTIEF

FEITELIJK
1999 - 2024 = 25 jaar 

OPTELLEN
35 jaar arbeidsverleden 
Antwoord duur uitkering
Eerste 10 jaar = 1 maand uitkering per jaar, daarna:
- tot 2016 = 1 maand per jaar
- vanaf 2016 = 0,5 maand per jaar

(2024-2016=) 8x0,5 maand = 4 mnd
(35-8=) 27 x 1 = 27 mnd
4 + 27 = 31 maand, MAAR MAX 24 mnd dus 24 maanden recht op WW-uitkering

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

ook overeenkomsten tussen iow en ioaw
  • beiden recht als meer dan 3 mnd ww recht hadden en duur van ww  hebben doorlopen 
  • er is bij beide regelingen géén vermogenstoets (grote verschil met bijstandsuitkering!)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De IOW/IOAW/IOAZ behoren tot de
A
sociale verzekeringen
B
sociale voorzieningen

Slide 19 - Quizvraag

Het zijn dus sociale voorzieningen. Waaruit worden deze gefinancierd?
A
Premies
B
Belastingen

Slide 20 - Quizvraag

IOW
  • Wet inkomensvoorziening oudere werknemers
  • Voor werknemers van 60 jaar en 4 maanden of ouder
  • Die werkloos worden of waarvan de WW-uitkering afloopt
  • Vervolguitkering tot aan pensioen
  • Geen vermogenstoets, geen partnertoets
  • Uitgevoerd door UWV

Slide 21 - Tekstslide

IOAW
  • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  • Voor werknemers geboren vóór 1 januari 1965 die (a) na hun 50ste levensjaar werkloos zijn geworden, of (b) van wie na hun 50ste levensjaar hun WGA (WIA) uitkering stopt
  • Geen vermogenstoets, WEL partnertoets
  • Of werkzoekende een uitkering krijgt, is afhankelijk van het inkomen van de partner, maar niet afhankelijk van zijn vermogen, zoals spaargeld, bezittingen en woning
  • Uitgevoerd door gemeente

Slide 22 - Tekstslide

IOAZ
  • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  • Voor oudere zelfstandigen die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen vanwege onvoldoende inkomsten
  • Zelfstandigen tussen de 55 jaar en de AOW-leeftijd die hun beroep of bedrijf na hun 55ste levensjaar hebben beëindigd
  • Kenmerken voor een groot deel gelijk met IOAW
  • Er wordt wél rekening gehouden met financieel voordeel uit het aanwezige vermogen, als dit meer is dan €130.000,-, dan wordt er 3% van het meerdere daarvan als inkomen gezien en op de uitkering in mindering gebracht
  • Uitgevoerd door gemeente

Slide 23 - Tekstslide

Wie voert de IOW uit?
A
UWV
B
Gemeente
C
Sociale Verzekeringsbank
D
Zorgverzekeraar(s)

Slide 24 - Quizvraag

Wie voert de IOAW en de IOAZ uit?
A
UWV
B
Gemeente
C
Sociale Verzekeringsbank
D
Zorgverzekeraar(s)

Slide 25 - Quizvraag