Lezen les 3

Welkom

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je leert concluderende, redengevende en oorzakelijke verbanden in een tekst te herkennen


Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom en introductie (5 min)
- Lezen (10 min)
- Terugblik en huiswerk (10 min)
- Uitleg (10 min)
- Zelfstandig werken (20 min)
- Afsluiting en vooruitblik (toets) (10 min)

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Hoofd- en bijzaken in een tekst
Kernzinnen
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 5 en opdracht 1

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 5
1 een tekst uit een schoolboek 
2 globalisering 
3 eigen antwoord
4 a satelliet (al. 2): onbemand ruimtevaartuig dat om de aarde draait 
b proces (al. 2): op elkaar volgende veranderingen 
c belemmering (al. 3): hinder; iets wat in de weg staat 
d gigant (al. 3): groot land of bedrijf (eigenlijk: grote reus) 
e krimpen (al. 3): kleiner worden  

Slide 7 - Tekstslide

Vervolg opdracht 5
f ontwikkeling (al. 4): verbetering van de economische situatie en de leefomstandigheden van mensen   
g de poorten sluiten (al. 4): dichtgaan; ophouden te bestaan  
h profiteren (al. 4): voordeel hebben  
i traag (al. 4): langzaam 
5 in de laatste twee zinnen van alinea 2 
6 Globalisering is het proces waarbij de gebieden op aarde op allerlei terreinen steeds meer met elkaar verbonden raken.  

Slide 8 - Tekstslide

vervolg opdracht 5
7 (1) Vanaf 1975 zijn er steeds multinationale ondernemingen: grote bedrijven met fabrieken en kantoren in meerdere landen. (2) Er zijn steeds minder handelsbelemmeringen, vooral vanaf 1990. (3) De afstanden tussen gebieden worden kleiner dankzij moderne communicatiemiddelen, maar vooral door sneller en goedkoper vervoer met schepen, treinen, vrachtwagens en vliegtuigen.  
8 (1) centrumlanden (de meest ontwikkelde landen), (2) semiperiferie (half-ontwikkelde landen, die al een eind op weg zijn in hun ontwikkeling) en (3) periferie (niet ontwikkelde landen, die achterblijven in hun ontwikkeling) 

Slide 9 - Tekstslide

Vervolg opdracht 5
9 (1) De drie blokken krijgen een andere economische rol: de landen in de periferie verdienden vroeger vooral geld met de export (uitvoer) van grondstoffen, nu zijn ze productielanden geworden. Centrumlanden waren vroeger productielanden, maar veel productiebedrijven worden nu opgeheven, met werkloosheid en armoede tot gevolg.  

(2) De welvaart verschuift. Grote landen in de semiperiferie zoals Brazilië, Rusland, India en China (de BRIC-landen) doen het economisch goed, evenals olielanden en landen met veel grondstoffen. In rijke (centrum)landen gaat het minder goed met de economie. De verschillen tussen de drie blokken worden kleiner.  

Slide 10 - Tekstslide

Concluderend verband
Er wordt een conclusie getrokken uit eerdere informatie
Signaalwoorden: dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al

Ik wil graag een nieuwe laptop, daar heb ik veel geld voor nodig. Ik moet dus echt een zaterdagbaantje nemen om dit te kunnen betalen

Slide 11 - Tekstslide

Redengevend verband
Geeft aan waarom iemand iets doet (een reden gebruik je alleen bij mensen, als ze iets te kiezen hebben)
Signaalwoorden: omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij

Voor een voetbalwedstijd heb je een goede conditie nodig, daarom train ik twee keer per week.

Slide 12 - Tekstslide

Oorzakelijk verband
Geeft aan waardoor iets gebeurt (buiten iemands wil om, je hebt hier geen invloed op)
Signaalwoorden: doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij

Mijn oom kwam in een lange file terecht, daardoor kwam hij te laat op de receptie.

Slide 13 - Tekstslide

De spoorbomen zijn gesloten, dus we kunnen niet oversteken.
Dus is hier een signaalwoord voor:
a. concluderend verband (twee vingers)
b. redengevend (drie vingers)
c. oorzakelijk verband (vier vingers)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat: Lees theorie op blz. 42 en maak opdracht 1 + 2 (blz. 43) 

Hoe: individueel, je mag zachtjes iets vragen

Klaar?: ga verder met je nieuwsbericht

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Zijn de lesdoelen bereikt?:
- Je leert concluderende, redengevende en oorzakelijke verbanden in een tekst herkennen 

Huiswerk: opdracht 2

Slide 17 - Tekstslide

Toets vrijdag 22 november
Lezen blz. 12 en 42, hoofd- en bijzaken, kernzinnen en tekstverbanden en signaalwoorden 
Grammatica: ontleden hoofd- en bijzin blz. 148 en de stof uit jaar 1: persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp 
Grammatica: woordsoorten voegwoord blz. 150 en de stof uit jaar 1: zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, lidwoord, bezittelijk voornaamwoord, persoonlijk voornaamwoord 
Werkwoordspelling blz. 36 en blz. 66 gebiedende wijs en Engelse werkwoorden en de stof uit jaar 1: pvtt, pvvt zwak sterk, vd, od, deelwoorden als bn   
Spelling blz. 34 en 64, leestekens en leenwoorden 
Formuleren blz. 32 en 62 variatie in woordgebruik en zinsopbouw 

Slide 18 - Tekstslide

Planning tot aan de kerst
- voorbereiden op de toets (spelling, formuleren, oefentoets, les voor extra uitleg/oefenen/ leren voor de toets)
- voorbereiden op presentatie nieuwsbericht
- vrijdag 22 november proefwerk
- les om aan nieuwsbericht te werken
- presentaties nieuwsbericht

Slide 19 - Tekstslide