2.3 Cellen

2.3 Cellen
Ik kan het volgende benoemen:
de delen van dierlijke cellen met hun kenmerken
de delen van plantaardige cellen met hun kenmerken

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

2.3 Cellen
Ik kan het volgende benoemen:
de delen van dierlijke cellen met hun kenmerken
de delen van plantaardige cellen met hun kenmerken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Er zijn veel verschillende cellen.

Slide 3 - Tekstslide

Verschillende soorten cellen hebben een verschillende vorm omdat ze een verschillende functie hebben

Slide 4 - Tekstslide

Cellen van planten en dieren

Slide 5 - Tekstslide

Plantaardige cel

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Onderdelen van de cel
    In zowel plantencel als dierijke cel
* Celmembraan - Dun vlies om de cel (buitenste laagje van het cytoplasma)
* Cytoplasma - Stroperige vloeistof die bestaat uit water en opgeloste stoffen.
* Celkern - Bolletje in de cel, deze regelt alles wat er in een cel gebeurd.
* Kernmembraan - Dun vlies om de celkern

   Alleen in Plantencel
* Vacuole - "Blaasje" gevuld met water en wat opgeloste stoffen. Oudere cellen 1 grote vacuole,        jonge cellen meerdere kleine vacuolen.
* Celwand - Stevige laag om de cel 
* Intercellulaire ruimten - Kleine holten tussen de cellen in
Alles op een rijtje....
    In zowel plantencel als dierijke cel
* Celmembraan - Dun vlies om de cel (buitenste laagje van het cytoplasma)
* Cytoplasma - Stroperige vloeistof die bestaat uit water en opgeloste stoffen.
* Celkern - Bolletje in de cel, deze regelt alles wat er in een cel gebeurd.
* Kernmembraan - Dun vlies om de celkern

   Alleen in Plantencel
* Vacuole - "Blaasje" gevuld met water en wat opgeloste stoffen. Oudere cellen 1               grote vacuole, jonge cellen meerdere kleine vacuolen.
* Celwand - Stevige laag om de cel
* Bladgroenkorrels: Hierin vindt fotosynthese plaats en ze geven de plant zijn groene kleur

Slide 8 - Tekstslide

Zowel dierlijke als plantaardige cellen hebben cytoplasma.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Is dit een dierlijke of een plantaardige cel?
A
Dierlijke
B
Plantaardige

Slide 10 - Quizvraag

Een dierlijke cel heeft een celwand
A
Ja, altijd
B
Ja, soms
C
Nee, nooit

Slide 11 - Quizvraag

Sleep de onderdelen van de dierlijke cel naar de goede plek
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma

Slide 12 - Sleepvraag

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 13 - Sleepvraag


Wat drijft er in het celplasma van een plantaardige cel
A
de celkern en bladgroenkorrels
B
alleen de celkern
C
alleen bladgroenkorrels
D
de celkern en bladgroenkorrels en de celwand

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de functie van elk onderdeel van een plantencel? 
Regelt alles wat er gebeurt in de cel
hierdoor is de cel stevig
Regelt welke stof de cel in en uit gaan
zorgt voor een stevige laag om de cel heen
Stroperige vloeistof, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels
Geeft de plant zijn groene kleur en maken voedingsstoffen 
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 15 - Sleepvraag


Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Aan de slag!
Thema 2, basisstof 3 (p 95)
- Opdrachten 1 t/m 7
- Nakijken (Peppels -> media -> nakijkboekje)

Strijders
Opdracht 8 + Samenhang

Klaar?
- Alles nagekeken?
- Strijders kiezen een extra basisstof 
(b6 of b7, de paarse bladzijden)


Slide 18 - Tekstslide