M4 - Intro examen en PWS
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Eindexamenjaar
wat denk/voel je?
wat denk/voel je?
Slide 3 - Woordweb
Noteer in 1 woord jouw gevoel of gedachte bij het woord eindexamenjaar.
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
WHEN your friend stifles a yawn as you chat, don’t be offended. Instead, take it as a compliment. For yawning, far from being a sign of boredom, may signal empathy. Scientists believe that contagious yawning – yawning after someone else does – is a sign of being .......... the first person’s thoughts and feelings.
Which word fits the gap?
Which word fits the gap?
A
fed up with
B
indifferent to
C
interested in
D
tired out by
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Le chat est _______ la chaise
A
dans
B
prendre
C
sous
D
en
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
“Heeft Paul om toestemming gevraagd om naar de wc te gaan?”
Hoe zeg je dat in het Frans?
A
Paul, a-t-il demandé au prof la permission pour aller aux toilettes?
B
A-Paul demandé au prof la permission pour aller aux toilettes?
C
Qu-est-ce que Paul a demandé au prof la permission pour aller aux toilettes?
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
"Elke week, nee elke dag, sturen wereldsteden als Bangalore, Chicago, Peking, Londen en New Delhi smeekbeden naar het wereldfietsersparadijs Amsterdam: help ons de fiets een plek te geven, het autoverkeer loopt vast."
Wat is de juiste manier van citeren van deze zin?
Wat is de juiste manier van citeren van deze zin?
A
‘Elke … vast’ (regel 34-36)
B
Elke … vast (regel 34-36)
C
‘Elke week … loopt vast’ (regel 34-36)
D
Elke week … loopt vast’ (regel 34-36)
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een tekst uit het boek Mein Kampf van Hitler (1924):
Als wij werkelijk de grote historische taak van ons volk willen vervullen, moeten we de buitenlandse politiek van Duitsland veranderen. Wij moeten ons volk redden van ons te kleine leefgebied. We moeten een goede verhouding bereiken tussen het aantal inwoners en de akkers die ons kunnen voeden.
Hitler wilde al in 1924 een verandering in de buitenlandse politiek van Duitsland, zoals blijkt uit de bron.
Onder welke naam werd dit onderdeel van de buitenlandse politiek bekend toen Hitler aan de macht kwam?
Als wij werkelijk de grote historische taak van ons volk willen vervullen, moeten we de buitenlandse politiek van Duitsland veranderen. Wij moeten ons volk redden van ons te kleine leefgebied. We moeten een goede verhouding bereiken tussen het aantal inwoners en de akkers die ons kunnen voeden.
Hitler wilde al in 1924 een verandering in de buitenlandse politiek van Duitsland, zoals blijkt uit de bron.
Onder welke naam werd dit onderdeel van de buitenlandse politiek bekend toen Hitler aan de macht kwam?
A
Gelijkschakelingspolitiek
B
Lebensraum
C
Heim in Reich
D
Dolkstootpolitiek
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bron 28: Waterschaarste in het Midden Oosten
Juist of Onjuist?
in Egypte zal in 2050 per persoon minder water afkomstig uit neerslag zijn dan in Israël.
Juist of Onjuist?
in Egypte zal in 2050 per persoon minder water afkomstig uit neerslag zijn dan in Israël.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bij welke stroming past de volgende stelling het beste:
"er moet subsidie komen op zonnepanelen"
"er moet subsidie komen op zonnepanelen"
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Christen-democratie
D
Fascisme
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Lees de onderstaande stellingen.
I. Nederland is een indirecte democratie, want er worden referenda gehouden.
II. De belangrijkste taak van de Tweede Kamer is het maken van wetten.
I. Nederland is een indirecte democratie, want er worden referenda gehouden.
II. De belangrijkste taak van de Tweede Kamer is het maken van wetten.
A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de grafiek.
Uit de grafiek blijkt dat...
Uit de grafiek blijkt dat...
A
de nominale én de reële lonen met ongeveer 0,5% stijgen.
B
de nominale lonen met ongeveer 2,5% stijgen en de reële lonen met ongeveer 0,5% dalen.
C
de nominale lonen met ongeveer 0,5% dalen en de reële lonen met ongeveer 0,5% stijgen.
D
de nominale lonen met ongeveer 2,5% dalen en de reële lonen met ongeveer 0,5% dalen.
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Soraya zet op 1 januari € 3.990 op een internetspaarrekening bij de ASN
Bank.
Ze ontvangt hierop 1,6% rente.
Wat is na vier jaar haar spaartegoed op basis van samengestelde rente?
Bank.
Ze ontvangt hierop 1,6% rente.
Wat is na vier jaar haar spaartegoed op basis van samengestelde rente?
A
€ 4.206,96
B
€ 7.224,45
C
€ 6.543,60
D
€ 4.251,55
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
A
antwoord A
B
antwoord B
C
antwoord C
D
antwoord D
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
A
antwoord a
B
antwoord b
C
antwoord c
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De vragen die je voorbij hebt zien komen, kunnen in je SE voorkomen. Ga je je voorbereiding aanpassen?
Leg uit in minimaal 10 woorden.
Leg uit in minimaal 10 woorden.
Slide 27 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 29 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 30 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
