B1, par 2 en 3, Tabellen en Formules

Basis 1
H8 
par 2 Tabellen enn formules
Par 3 woordformules
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basis 1
H8 
par 2 Tabellen enn formules
Par 3 woordformules

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
We gaan de opbouw van een formule herhalen
We gaan leren hoe we zelf een formule moeten maken.

Slide 2 - Tekstslide

Formule invullen.

Slide 3 - Tekstslide



Een formule heeft ALTIJD een vaste volgorde?
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag



Hier zie je een formule voor het volgen van Saxofoonlessen. Wat betekent de €6,50
A
dat is het vaste bedrag
B
dat moet je per les betalen

Slide 5 - Quizvraag



Wat betekent de 16 in deze formule?
A
dat is het vaste bedrag
B
dat moet je per les betalen

Slide 6 - Quizvraag



Wat wordt de formule bij 4 lessen
A
bedrag in €=6,50 + 4
B
bedrag in €= 6,50 + 16 x 4
C
bedrag in €= 6,50 + 16 x 16
D
bedrag in €= 6,50 + 16

Slide 7 - Quizvraag



bedrag in €= 6,50 + 16 x 4
hoe reken je deze formule uit?
A
uit je hoofd van links naar rechts
B
met je rekenmachine!

Slide 8 - Quizvraag

 Theorie paragraaf 7.3
formules invullen

Slide 9 - Tekstslide

paragraaf 7.4
formule, tabel en grafiek
Het vaste bedag van een formule heet ook het begingetal;
In een tabel vind je het begingetal onder de 0;

Bij een grafiek begint op de verticale as het begin getal;
staat er een min in de formule , dan is er een daalgetal.staat er een plus in de formule, dan is er een stijggetal

Slide 10 - Tekstslide

welk grafiek heeft
dalende lijn?
A
A
B
B
C
C
D
Geen

Slide 11 - Quizvraag

Welk grafiek heeft
geen begingetal?
A
A
B
B
C
C
D
geen

Slide 12 - Quizvraag

paragraaf 7.5
formules veranderen

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel euro is
het reistegoed van
Sandra
A
0,12
B
10

Slide 14 - Quizvraag

wat wordt het
nieuwe tegoed van
Sandra
A
25,12
B
35

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel moet
Sandra per
kilometer betalen?
A
0,13 per km
B
10,12 per km
C
25,01 per km
D
0,11 per km

Slide 16 - Quizvraag

Oude formule = € = 10 - 0,12 x afstand in km.
Opladen tegoed + 25
Verlaging km prijs -0,01
Wat wordt de nieuwe formule?
A
reistegoed € = 25 - 0,12 x afstand in km
B
reistegoed € = 10 - 0,12 x afstand in km
C
reistegoed € = 35 - 0,11 x afstand in km
D
weet niet

Slide 17 - Quizvraag